Andere fiscaal interessante vormen van sparen: langetermijnsparen en VAPZ

Naast het pensioensparen bestaan nog enkele andere vormen van langetermijnsparen die een fiscaal voordeel opleveren. Dat geldt in de eerste plaats voor het fiscaal langetermijnsparen via een tak21-spaarverzekering, waarbij een verzekeringsmaatschappij een gewaarborgde minimumrente belooft, met daar bovenop een eventuele winstdeelneming indien ze erin slaagt om uw stortingen met extra winst te herbeleggen. Het contract moet minstens tot de 65ste verjaardag van de spaarder lopen.

Het bedrag dat men hiervoor jaarlijks kan storten, hangt af van het inkomen. Het bedraagt 169,20 euro + 6 % van het netto belastbaar beroepsinkomen, met een absoluut maximum van 2.260 euro. Dit laatste bekomt men bij een inkomen vanaf 34.908 euro.

De stortingen voor het fiscaal langetermijnsparen leveren een belastingvermindering op van 30%. Wie het maximum neertelt, bespaart dus 678 euro belastingen plus gemeentetaksen.

Let wel: het bedrag van maximum 2.260 euro bevat zowel de stortingen voor het fiscale langetermijnsparen, de intresten en kapitaalaflossingen van een hypothecair woonkrediet en de premies van de schuldsaldoverzekering bij dit krediet. Wie al fiscaal een lening inbrengt, zal dus niet zoveel meer hebben aan zijn langetermijnsparen.

Voor het langetermijnsparen moet u wel rekening houden met instapkosten voor de verzekeraar en een premietaks van 2% bij de instap voor de fiscus.

Op de zestigste verjaardag wordt ook een belasting van 10% afgehouden van de spaarreserve (de gespaarde bedragen + de rente). Als het contract wordt aangegaan door een verzekeringnemer van 55 jaar of ouder is de eindtaks verschuldigd op de tiende verjaardag van het afsluiten van het contract.

Zelfstandigen kunnen daarnaast ook opteren voor een VAPZ, een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Voor een gewoon VAPZ kunnen ze tot 8,17% van hun netto belastbaar beroepsinkomen storten, met een maximum van 3.027,09 euro, voor een sociaal VAPZ loopt dat op tot 9,40% van het netto belastbaar beroepsinkomen met een maximum van 3.482,82 euro. Dit laatste biedt de mogelijkheid van premievrijstelling bij invaliditeit en moederschaprust, een rente voor de nabestaanden bij overlijden en een forfaitaire uitkering bij ernstige ziekte.

De stortingen in het kader van een VAPZ mogen worden afgetrokken van het inkomen. Ze leveren daardoor een belastingbesparing op tegen het marginaal inkomen. Dat is de hoogste schijf waarin het inkomen valt. Voorts zorgen ze ervoor dat de toekomstige sociale lasten op een lager inkomen worden berekend, waardoor ook die lager zullen uitvallen.

Op de pensioenleeftijd worden het opgebouwde kapitaal, de gewaarborgde rente en de winstdeelnemingen uitgekeerd, al moeten eerst enkele afhoudingen worden verwerkt. Dit is het geval met een bijdrage van 3,55% op het totale bedrag ten voordele van het RIZIV en een solidariteitsbijdrage van 0% tot 2% (afhankelijk van het uitgekeerde bedrag) en een bedrijfsvoorheffing van 11,11% op de fictieve rente (zie verder).

Vervolgens zal men worden belast op een fictieve rente. Wie het kapitaal opneemt op zestig jaar zal gedurende dertien jaar telkens 3,5% van het gewaarborgde kapitaal (dus zonder winstdeelnemingen) moeten opnemen in zijn belastingaangifte. Dit bedrag zal dan telkens worden belast tegen de marginale of hoogste aanslagvoet waarin het inkomen valt. Bij een opname van het kapitaal op 61 of 62 jaar bedraagt de fictieve rente 4% gedurende 13 jaar, bij een opname op 63 of 64 jaar is dat 4,5% gedurende 13 jaar en bij een opname op 65 jaar 5% gedurende 10 jaar. Dit laatste wordt tot 4% verminderd indien men effectief tot 65 jaar is blijven werken.