282, 16052

Europa stelt Europees depositogarantiesysteem voor

Europa stelt Europees depositogarantiesysteem voor

Tegen 2024 moet er een uniek Europees garantiestelstel op het spaargeld komen, stelt de Europese Commissie Nu heeft elk land nog een eigen garantiestelsel. De overgang zal acht jaar in beslag nemen.

Vandaag staan de nationale depositogarantiestelsels in voor de waarborg van ieders spaargeld tot 100.000 euro per persoon en per bank. Ze zorgen ervoor dat spaarders minstens hun tegoeden tot dit bedrag terugkrijgen als een bank over de kop zou gaan.

De overstap van een nationaal naar een Europees stelsel, ziet de Europese Commissie in drie stappen verlopen. Bij een faillissement in 2017, 2018 of 2019 worden de tussenkomsten nog steeds gedragen door de nationale stelsels. Pas als deze zijn uitgeput, kan beperkt worden aangeklopt bij het Europese stelsel indien alle Europese regels zijn gevolgd. Een soort van herverzekering dus.

In een tweede fase tussen 2020 en 2024 komt er een gedeelde oplossing. Een deel van de uitbetaling dient dan nog uit de nationale fondsen te komen, een deel uit het Europese. In het eerste jaar bedraagt de verhouding 80/20, nadien daalt het nationale deel en stijgt het Europese deel elk jaar met een bijkomende schijf van 20%. Men spreekt dan niet meer van herverzekering, maar van co-verzekering.

Vanaf 2024 zou er ten slotte alleen nog een Europees fonds overblijven. Om dit te stijven, zullen de banken elk jaar een bijdrage moeten leveren, ten belope van 0,80% van de gedekte tegoeden. Risicovolle banken zouden echter meer moeten betalen, banken met weinig risico minder. Tegen 2024 moet 43 miljard euro in het fonds zitten.

De overgang van nationale naar een Europees depositogarantiesysteem moet er volgens de Commissie komen om de spaarders meer zekerheid te geven. Nu kunnen sommige landen het omvallen van een bank niet aan.

Lees ook:

Andere tips over spaarrekeningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.