Fiscaal voordeel van volksleningen verdwijnt

13 oktober 2015

Het fiscaal voordeel voor de volksleningen verdwijnt. Vanaf 1 januari 2016 moet op de opbrengst ervan 27% voorheffing worden betaald. Nu is dat nog 15%.

De algemene verhoging van de roerende voorheffing van 25% naar 27% was aanvankelijk gepland voor 2017, maar de regering-Michel besloot ze al op 1 januari 2016 in te voeren zodat de staat op een meeropbrengst kon rekenen. De verhoging geldt onder meer voor dividenden van aandelen, maar ook voor intresten op kasbons en termijnrekeningen.

Tegelijk besloot de regering om het uitzonderingsregime voor de volksleningen af te schaffen. Nu moet op de intrest daarvan slechts 15% voorheffing worden betaald, waardoor ze uiteindelijk vaak interessanter waren dan kasbons en termijnrekeningen met dezelfde looptijd.

De volksleningen werden in 2014 gelanceerd door toenmalig minister Johan Vande Lanotte. Het ging om termijnrekeningen met een looptijd van minstens vijf jaar, waarvan de opbrengst door de banken moet worden aangewend voor de financiering van maatschappelijk interessante initiatieven.

De verhoging van de voorheffing op de opbrengst van volksleningen zou niet alleen gelden voor nieuwe uitgiften, maar ook voor leningen die reeds lopen.

Naast de uitzondering voor de volksleningen, werd ook die voor de dividenden van vastgoedbevaks die hun vermogen in residentiële projecten beleggen opgetrokken van 15% naar 27%. Concreet gaat het om de uitkeringen van Aedifica, Care Property Invest en Home Invest Belgium.

Een uitzondering die wel blijft genieten van het gunsttarief van 15% is de Leterme-staatsbon uit 2011. En ook op intresten van spaarrekeningen die boven de grens van 1.880 euro per persoon uitkomen, zal het tarief van 15% behouden blijven.

Spaargids maakte voor u een overzicht van de volksleningen op de Belgische markt.