Wat er verandert in 2016

17 december 2015

Een nieuw jaar brengt altijd nieuwigheden mee. In 2016 wordt dat niet anders. De bankenfederatie Febelfin zette de belangrijkste financiële wijzigingen die al bekend zijn op een rijtje.

Verhoging van de roerende voorheffing

Het standaardtarief van de roerende voorheffing wordt opgetrokken van 25% naar 27%. Het geldt onder meer voor intresten van kasbons en termijnrekeningen. Voor de intresten op volksleningen is er zelfs een verhoging van 15% naar 27%.

Wooncheque vervangt woonbonus in Wallonië

De Waalse regering schaft de woonbonus af voor kredieten die worden gesloten vanaf 2016. Hij wordt vervangen door een zogenaamde wooncheque, die eveneens recht geeft op een belastingvermindering.

De cheque geldt voor het verwerven van de enige en eigen woning in Wallonië, die gefinancierd wordt met een hypothecair krediet met een looptijd van minstens 10 jaar.

De hoogte van de cheque is afhankelijk van het netto belastbaar inkomen. Mensen met een laag inkomen zullen recht hebben op een groter bedrag dan mensen met een hoog inkomen. Maximaal zal men gedurende twintig jaar van de cheque kunnen genieten. De eerste tien jaar voor het volle bedrag, de volgende tien jaar voor de helft.

Niet-indexatie van bepaalde fiscale bedragen.

Sinds 2015 worden bepaalde fiscale bedragen niet langer geïndexeerd. Daardoor blijft onder meer de vrijstelling op de intresten van gereglementeerde spaarrekeningen op 1880 euro gehandhaafd. Ook het maximaal bedrag dat wordt besteed aan pensioensparen verandert niet en blijft op 940 euro.

Internationale fiscale transparantie

Banken worden verplicht om financiële informatie over buitenlandse klanten door te geven aan hun fiscale overheden. Het buitenlander zijn, slaat daarbij niet op de nationaliteit, maar op de plaats waar men zijn fiscale woonplaats kent. Hetzelfde geldt in andere landen. Buitenlandse banken zullen de gegevens over hun Belgische klanten dus dienen door te geven aan de Belgische fiscus. De Europese Spaarrichtlijn die sinds 1 juli 2005 van kracht is, wordt daarbij vervangen door het nieuwe model van gegevensuitwisseling.

Bijdrage aan het Eengemaakt Resolutiefonds

Vanaf 2016 dienen alle banken in de bankenunie bij te dragen aan het Eengemaakt Resolutiefonds (ERF), dat op Europees niveau wordt aangelegd. Bedoeling is het de komende acht jaar te stijven ten belope van zowat 1% van de gedekte deposito’s van alle banken in de bankenunie. Dat komt neer op zowat 55 miljard euro. Dat geld dient om gewaarborgde deposito's te dekken bij het eventueel omvallen van een financiële instelling.

De bijdragen aan het ERF moeten de bijdragen van de banken aan de Nationale Resolutiefondsen vervangen. In België blijven de twee contributies (nationaal en Europees) echter voorlopig beide van kracht, wat de totale bijdragen van de Belgische banken verder doet oplopen.

Extra kapitaalbuffers voor systeemrelevante instellingen

De Belgische toezichthouder op de bankensector heeft hogere kapitaalvereisten ingesteld voor de grote instellingen die een impact kunnen hebben op het financieel systeem. Het gaat om BNP Paribas Fortis, KBC, Belfius, ING België, Euroclear, Axa Bank Europe, Bank of New York Mellon en Argenta.

Transparantie van de tarieven en uitbreiding van de bankoverstapdienst

Eind 2016 moet een Europese richtlijn in nationale wetgeving zijn omgezet. Ze zorgt er onder meer voor dat de huidige tarievenlijsten een uniform uitzicht krijgen, alsook een verklarende woordenlijst. Voorts bevat de richtlijn een regeling die bij het overstappen naar een nieuwe bank deze laatste verplicht om de recurrente betalers (werkgever, uitkeringsinstellingen …) en schuldeisers te verwittigen van een wijziging van het rekeningnummer van de consument. Dit dient de klant dus niet meer zélf te doen.