Argenta simulatie woonkrediet
TIP
-
- Newbie
- Berichten: 5
- Lid geworden op: 24 nov 2015
- Contacteer:
Argenta simulatie woonkrediet
Misschien een hele domme vraag. Maar het is me opgevallen op de simulaties voor de woonkredieten met vaste rentevoet bij Argenta er standaard het volgende bij staat:
Daarna herziening om de
CAP / FLOOR
Ik heb bijvoorbeeld een simulatie voor 300 maanden en er staat:
Looptijd in maanden 300
Looptijd vaste rente 300
Daarna herziening om de 60
CAP/FLOOR 5,00/5,00
Waarom staat dit er überhaupt bij? Het is toch niet zo dat ze het dan uiteindelijk na 5 jaar toch kunnen veranderen?
Daarna herziening om de
CAP / FLOOR
Ik heb bijvoorbeeld een simulatie voor 300 maanden en er staat:
Looptijd in maanden 300
Looptijd vaste rente 300
Daarna herziening om de 60
CAP/FLOOR 5,00/5,00
Waarom staat dit er überhaupt bij? Het is toch niet zo dat ze het dan uiteindelijk na 5 jaar toch kunnen veranderen?
Re: Argenta simulatie woonkrediet
Verkiest u een lening met “cap en floor” ?
De banken goochelen m.b.t. de hypothecaire leningen dikwijls met de begrippen “cap en floor”. Wat betekenen deze begrippen in de praktijk ?
Stukje geschiedenis. Voor de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving op de hypothecaire leningen (1995) was de rente van hypothecaire leningen niet herzienbaar en dus vast voor de volledige duur van de lening. De grote schommelingen in de rentevoeten maakten het de financiële instellingen vrij moeilijk om hypothecaire leningen te blijven verkopen.
Bij gebrek aan wettelijke mogelijkheden werd een beroep gedaan op de formule van vervroegde opeisbaarheid : de financiële instelling had het recht om elke vijf jaar de nog resterende schuld vervroegd op te vragen. De gemiddelde lener kon dit niet betalen en maakte gretig gebruik van de geboden kans om de lening verder te zetten maar dan wel aan het nieuwe en hogere tarief.
Nieuwe wet. Dit heeft tot ingrijpen van de overheid geleid. In de nieuwe wet wordt bepaald dat de rente periodiek kan herzien worden maar dat bij een bepaalde voorziene stijging er een minimum even grote daling moet voorzien zijn.
De leningmaatschappij mag dus voorzien dat de rente op de voorziene vervaldag met 5 % mag stijgen maar er moet een minimum even grote daling voorzien zijn. Of met andere woorden : een minimum daling van 5 %, maar 6 % of 7 % mag ook.
Het spreekt vanzelf dat de stijging of daling niet lukraak berekend wordt maar dat ze in functie staat van gekende referentievoeten (rendement van staatsleningen).
De wetgever heeft nog een bijkomende beperking ingebouwd voor stijging. De rente mag na 1 jaar maximum slechts 1 % stijgen en na 2 jaar nog eens maximum 1 %, wat ook de werkelijke stijging van de referentievoeten is. Dit kan de eventuele spectaculaire stijging van de rentevoeten, voor de leners die voor jaarlijkse herziening gekozen hebben, milderen. Let op ! Deze stijging met 1 % is t.o.v de oorspronkelijke rentevoet (zie contract), deze is dikwijls een stuk hoger dan wat u uiteindelijk betaalt. De rentevoet die u uiteindelijk betaalt is een gevolg van kortingen e.d. Stijging of daling wordt steeds t.o.v. de oorspronkelijke rentevoet berekend.
Cap en floor. Deze maximale stijging heet in het financiële jargon “cap”. De minimale drempel, waaronder niet gedaald wordt, heet “floor”. Een lening van 3 000 000 F op 20 jaar aan 7 % met 10/5/3/3 betekent een lening met een rentevastheid voor 10 jaar; daarna is er een renteherziening om de vijf jaar met een max. stijging van 3 % (cap) en een max. daling van 3 % (floor).
Indien diezelfde lening 10/3/0/2 als notatie krijgt betekent dit een lening met een tien jaar vaste rentevoet, daarna herziening om de drie jaar zonder stijgingsmogelijkheid (cap = 0) en met een dalingsmogelijkheid van max. 2 %. Dit mag, het omgekeerde 10/3/2/0 is wettelijk verboden.
Kostprijs.
Iedere lener heeft er dus op het eerste gezicht belang bij om te kiezen voor een cap = 0, wat overeenkomt met een lening zonder stijgingsmogelijkheid. Dat is dus de klassieke lening zoals ze vroeger bestond, zonder de vervroegde opeisbaarheidsclausule. Als er bovendien nog een floor bepaald wordt, b.v. max. 2 % daling bij een renteherziening, kan het geluk van de lener niet meer op. De rente kan immers alleen à la baisse herzien worden zonder mogelijkheid tot aanpassing à la hausse.
Dit klopt doch koken kost geld. De financiële instelling die dergelijke leningen aanbiedt, loopt een dubbel financieel risico, nl. niet kunnen stijgen bij hogere rentevoeten maar de daling wel moeten toepassen bij lagere rentevoeten. Dat kost echter handenvol geld en dat zal dan ook vertaald worden in hogere rentevoeten voor onze lener !
Als de bank u zegt dat de overeengekomen rentevoet bij de jaarlijkse of vijfjaarlijkse herziening maar 1 % of 5 % kan stijgen, is dit t.o.v. de oorspronkelijke rentevoet. Deze is meestal een flink stuk hoger dan de uiteindelijk onderhandelde rentevoet.
De banken goochelen m.b.t. de hypothecaire leningen dikwijls met de begrippen “cap en floor”. Wat betekenen deze begrippen in de praktijk ?
Stukje geschiedenis. Voor de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving op de hypothecaire leningen (1995) was de rente van hypothecaire leningen niet herzienbaar en dus vast voor de volledige duur van de lening. De grote schommelingen in de rentevoeten maakten het de financiële instellingen vrij moeilijk om hypothecaire leningen te blijven verkopen.
Bij gebrek aan wettelijke mogelijkheden werd een beroep gedaan op de formule van vervroegde opeisbaarheid : de financiële instelling had het recht om elke vijf jaar de nog resterende schuld vervroegd op te vragen. De gemiddelde lener kon dit niet betalen en maakte gretig gebruik van de geboden kans om de lening verder te zetten maar dan wel aan het nieuwe en hogere tarief.
Nieuwe wet. Dit heeft tot ingrijpen van de overheid geleid. In de nieuwe wet wordt bepaald dat de rente periodiek kan herzien worden maar dat bij een bepaalde voorziene stijging er een minimum even grote daling moet voorzien zijn.
De leningmaatschappij mag dus voorzien dat de rente op de voorziene vervaldag met 5 % mag stijgen maar er moet een minimum even grote daling voorzien zijn. Of met andere woorden : een minimum daling van 5 %, maar 6 % of 7 % mag ook.
Het spreekt vanzelf dat de stijging of daling niet lukraak berekend wordt maar dat ze in functie staat van gekende referentievoeten (rendement van staatsleningen).
De wetgever heeft nog een bijkomende beperking ingebouwd voor stijging. De rente mag na 1 jaar maximum slechts 1 % stijgen en na 2 jaar nog eens maximum 1 %, wat ook de werkelijke stijging van de referentievoeten is. Dit kan de eventuele spectaculaire stijging van de rentevoeten, voor de leners die voor jaarlijkse herziening gekozen hebben, milderen. Let op ! Deze stijging met 1 % is t.o.v de oorspronkelijke rentevoet (zie contract), deze is dikwijls een stuk hoger dan wat u uiteindelijk betaalt. De rentevoet die u uiteindelijk betaalt is een gevolg van kortingen e.d. Stijging of daling wordt steeds t.o.v. de oorspronkelijke rentevoet berekend.
Cap en floor. Deze maximale stijging heet in het financiële jargon “cap”. De minimale drempel, waaronder niet gedaald wordt, heet “floor”. Een lening van 3 000 000 F op 20 jaar aan 7 % met 10/5/3/3 betekent een lening met een rentevastheid voor 10 jaar; daarna is er een renteherziening om de vijf jaar met een max. stijging van 3 % (cap) en een max. daling van 3 % (floor).
Indien diezelfde lening 10/3/0/2 als notatie krijgt betekent dit een lening met een tien jaar vaste rentevoet, daarna herziening om de drie jaar zonder stijgingsmogelijkheid (cap = 0) en met een dalingsmogelijkheid van max. 2 %. Dit mag, het omgekeerde 10/3/2/0 is wettelijk verboden.
Kostprijs.
Iedere lener heeft er dus op het eerste gezicht belang bij om te kiezen voor een cap = 0, wat overeenkomt met een lening zonder stijgingsmogelijkheid. Dat is dus de klassieke lening zoals ze vroeger bestond, zonder de vervroegde opeisbaarheidsclausule. Als er bovendien nog een floor bepaald wordt, b.v. max. 2 % daling bij een renteherziening, kan het geluk van de lener niet meer op. De rente kan immers alleen à la baisse herzien worden zonder mogelijkheid tot aanpassing à la hausse.
Dit klopt doch koken kost geld. De financiële instelling die dergelijke leningen aanbiedt, loopt een dubbel financieel risico, nl. niet kunnen stijgen bij hogere rentevoeten maar de daling wel moeten toepassen bij lagere rentevoeten. Dat kost echter handenvol geld en dat zal dan ook vertaald worden in hogere rentevoeten voor onze lener !
Als de bank u zegt dat de overeengekomen rentevoet bij de jaarlijkse of vijfjaarlijkse herziening maar 1 % of 5 % kan stijgen, is dit t.o.v. de oorspronkelijke rentevoet. Deze is meestal een flink stuk hoger dan de uiteindelijk onderhandelde rentevoet.
Mis geen enkele kans om te besparen.
Krijg de beste tips en aanbiedingen rechtstreeks in uw mailbox
Uitschrijven kan altijd. We respecteren uw privacy.
Re: Argenta simulatie woonkrediet
lijvig stukje tekst hier.
on topic : je hebt daar wel degelijk een vaste rentevoet gekregen, Argenta verpakt het alleen een beetje anders.
Elke rentevoet kan ook voor een langere periode genomen worden.
bvb 20/5/5
Vaste rente voor 20 jaar en herzienbaar na 20 jaar om de 5 jaar.
In het geval dat je leent op 20 jaar : vast
In het geval dat je leent op 22 jaar : vast voor 20 + herzien voor laatste 2 jaar
Argenta heeft namelijk enkel vaste rentes voor volgende jaren : 10 - 15 - 20 - 25 - 30
alles daartussen in steeds semi-variabel
on topic : je hebt daar wel degelijk een vaste rentevoet gekregen, Argenta verpakt het alleen een beetje anders.
Elke rentevoet kan ook voor een langere periode genomen worden.
bvb 20/5/5
Vaste rente voor 20 jaar en herzienbaar na 20 jaar om de 5 jaar.
In het geval dat je leent op 20 jaar : vast
In het geval dat je leent op 22 jaar : vast voor 20 + herzien voor laatste 2 jaar
Argenta heeft namelijk enkel vaste rentes voor volgende jaren : 10 - 15 - 20 - 25 - 30
alles daartussen in steeds semi-variabel
-
- Newbie
- Berichten: 5
- Lid geworden op: 24 nov 2015
- Contacteer:
Re: Argenta simulatie woonkrediet
Bedankt voor de reacties!