, 23111

Hoeveel kunnen jonge kopers lenen voor een woning?

Hoeveel kunnen jonge kopers lenen voor een woning

Strengere regels voor hypothecaire leningen beperken het bedrag dat u kan lenen voor de aankoop van een woning. Hoeveel kan u lenen? En hoeveel bedragen de totale kosten?

De vastgoedprijzen in ons land blijven stijgen. Een woonhuis in ons land kostte in 2020 gemiddeld 276.993 euro, een prijsstijging van 5,7% tegenover 2019. Gemiddeld moesten kopers 15.000 euro meer betalen in het afgelopen jaar, blijkt uit de recentste cijfers van de Notarisbarometer.

Intussen legt de Nationale Bank strengere regels op aan de banken, die zuiniger moeten omspringen met de leningen die ze geven. Kandidaat-kredietnemers moeten daardoor een groter deel van de aankoop zelf financieren. Wat moeten jonge kopers weten?

 

Eigen inbreng

De tijd is voorbij dat kopers moeiteloos een hypothecaire lening konden krijgen voor de volledige aankoopprijs van de woning of zelfs nog meer om ook de aankoopkosten te dekken. Als algemene regel geldt dat de bank nog slechts 90% van de aankoop financiert en dat de kopers 10% zelf moeten financieren. Dat is de zogenaamde eigen inbreng. Een voorbeeld: koopt u als starter een eigen woning van 250.000 euro, dan kan u in principe maximaal 90% of 225.000 euro lenen. De overige 25.000 euro moet u zelf financieren.

Banken kunnen overigens nog altijd leningen toestaan zonder eigen inbreng, maar dat doen ze nog slechts voor een beperkt aantal klanten. Leningen voor meer dan de aankoopprijs zijn ook mogelijk, maar die zijn al helemaal een uitzondering door de strengere regels van de Nationale Bank.

Lees ook: Lenen voor een woning kan ook op latere leeftijd

 

Vergeet de aankoopkosten niet

Met een eigen inbreng van 10% moet u bij de aankoop van een woning van 250.000 euro al 25.000 euro zelf financieren. Maar daarenboven moet u de bijkomende aankoopkosten zoals notariskosten en registratiebelasting zelf bekostigen. Die kosten zijn voor elk gewest verschillend. In Vlaanderen bedragen ze ongeveer 19.500 euro. In Wallonië en Brussel is een eerste schrijf vrijgesteld van registratierechten, het zogenaamde abattement. Wie daarvoor aan de juiste voorwaarden beantwoordt, betaalt voor een woningaankoop van 250.000 euro ongeveer 33.000 euro aan bijkomende aankoopkosten in Wallonië en ongeveer 13.500 euro in Brussel.

De eigen inbreng in combinatie met de aankoopkosten maakt dat u zelf al een aanzienlijke spaarpot op tafel moet leggen. In Vlaanderen gaat het om ongeveer 44.500 euro, in Brussel om ongeveer 38.500 euro en in Wallonië zelfs om zowat 58.000 euro.

 

De woonlening

U moet al over een behoorlijke spaarpot beschikken om een eigen woning te kopen, ook als u daarvoor aanklopt bij de bank. Er moet op verschillende fronten worden gewerkt om de woningdroom terug binnen handbereik te brengen. Om te beginnen moet er worden ingezet op het spaarpotje. Een duwtje in de rug van de ouders is soms een mogelijkheid, maar is ook verre van evident. Een andere mogelijkheid is om de aankoop nog wat uit te stellen zodat er langer kan worden gespaard.

Tip: Vergelijk de rente van woonleningen

Hebt u genoeg gespaard om de eigen inbreng en de aankoopkosten te financieren? Besteed dan ook voldoende aandacht aan de woonlening en de hypothecaire rentevoet. Een renteverschil van amper 0,5% kan al duizenden euro’s besparen. Stel: u leent 225.000 euro voor een periode van 20 jaar. Een vaste rente van 2% kost in totaal 47.714 euro aan intresten, een rente van 1,5% kost u 35.320 euro aan intresten. Dat is een verschil van 12.394 euro.

 

 

Lees ook:

Andere tips over woonleningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.