228, 22188

Vijf foute uitspraken over een woningaankoop

Vijf foute uitspraken over een woningaankoop

Over de aankoop en financiering van een eigen woning bestaan enkele hardnekkige misverstanden. We zetten ze op een rij.

 

1. “Geen woning zonder eigen middelen”

In het verleden kenden banken vlotjes woonleningen toe voor de volledige aankoopprijs van de woning. Het voorbije jaar trok de Nationale Bank verschillende keren aan de alarmbel, waarbij de instelling er bij de banken ook op aandrong om geen leningen toe te kennen boven 80% van de aankoopprijs. Dat impliceert dat kopers ook eigen spaarcenten op tafel moeten leggen om hun vastgoedaankoop te financieren. De Nationale Bank vreest dat anders te veel mensen in de problemen zouden komen met de terugbetaling van hun lening wanneer er zich een vastgoedcrisis zou voordoen.

Toch is het nog altijd perfect mogelijk om het volledige aankoopbedrag te lenen. Banken zijn daar wel iets voorzichtiger mee geworden en de Nationale Bank legt hen ook op om grotere kapitaalbuffers aan te leggen voor leningen waar geen eigen middelen tegenover staan. Die extra kosten rekenen de banken door, waardoor leningen voor de volledige aankoopwaarde wel iets duurder zijn.

 

2. “Variabele rente is risicovol”

De hypothecaire rente staat historisch laag, wat meestal het sein is om te kiezen voor een vaste rentevoet. Daarmee wordt die historisch lage rentevoet vastgeklikt voor de volledige looptijd van de lening.

Een vaste rentevoet biedt dus bescherming tegen een stijging van de rentes. En daar knelt nu het schoentje, want vermoedelijk blijven de rentes nog lang laag. Aangezien variabele rentevoeten in de regel lager zijn dan vaste rentevoeten, kan het dus nog altijd voordeliger zijn om te kiezen voor een variabele rente. Het risico op rentestijgingen is immers beperkt, ook al omdat wettelijk is vastgelegd dat de oorspronkelijk rentevoet maximaal mag verdubbelen.

Tip: Bereken zelf hoeveel u moet afbetalen

 

3. “U mag nooit meer dan een derde van het inkomen spenderen aan de woonlening”

Het is een gezonde vuistregel om niet meer dan een derde van het inkomen te spenderen aan de afbetaling van uw woonlening. Daarmee verzekert u zich van een veilige marge.

Toch is het voor banken niet verboden om leningen toe te staan waarbij het maandelijkse terugbetalingsbedrag hoger ligt dan een derde van het inkomen. Of dat verstandig is, hangt af van geval tot geval.

Vooral bij de hogere inkomens is het vaak minder problematisch om die grens te overschrijden. Dat komt onder meer omdat de vaste kosten (zoals water, elektriciteit en telecom) bij hen minder zwaar doorwegen dan bij gezinnen met een lager inkomen. Daardoor is er ook ruimte om meer geld te spenderen aan de woonlening, tenzij natuurlijk het hogere inkomen gepaard gaat met een levenswandel die weer extra kosten met zich meebrengt.

 

4. “Lening met laagste rente is de goedkoopste”

Bij de zoektocht naar een woonlening gaat de meeste aandacht naar de rentevoet. En uiteraard is dat een hele belangrijke factor. Zelfs een verschil van renteverschil van 0,2 procent kan over een periode van 20 jaar een besparing opleveren van enkele duizenden euro’s. Maar dat betekent niet dat de lening met de laagste rente ook altijd de goedkoopste is. Zo zullen banken aan de woonlening ook andere producten koppelen, zoals een brand- en een schuldsaldoverzekering. Als u daarvoor meer moet betalen dan bij een andere bank, kan de globale kostprijs ondanks de lage rente toch nog hoger uitvallen.

Lees ook: 10 tips voor een goedkope woonlening

 

5. “Schuldsaldoverzekering moet u afsluiten bij de bank van uw woonlening”

Met een schuldsaldoverzekering dekt u zich in tegen de gevolgen van een vroegtijdig overlijden. Sterft u vooraleer uw lening volledig is afbetaald, dan zal een verzekeringsmaatschappij het uitstaande kapitaal terugbetalen, zodat uw partner of uw erfgenamen niet in de problemen komen.

Het afsluiten van een schuldsaldoverzekering is geen wettelijke verplichting, al zullen banken het meestal toch als voorwaarde stellen vooraleer ze u een lening toekennen. Maar daarbij kunnen ze u niet verplichten om bij hen een schuldsaldoverzekering af te sluiten.

Het is perfect mogelijk om daarvoor aan te kloppen bij een andere verzekeraar. De bank zal dan vermoedelijk minder korting geven op het rentetarief, wat niet noodzakelijk een probleem is als het prijsverschil tussen beide schuldsaldoverzekeringen voldoende groot is.

 

 

Lees ook:

Andere tips over woonleningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.