Rente op 10 jaar boven 3%, wat zijn de gevolgen?

11 oktober 2022

De rente op 10 jaar steeg voor het eerst sinds de zomer van 2012 nog eens boven de 3%. Dat is goed nieuws voor de spaarders, maar minder voor wie moet lenen. Ook voor de aandelen- en obligatiemarkt is het een tegenvaller.

Het gaat snel met de rente op Belgische staatsleningen met een resterende looptijd van tien jaar. De voorbije jaren was ze nog negatief. Dat betekende dat onze overheid intrest kreeg als ze op die termijn leende. Ze moest dus minder geld terugbetalen dan ze kreeg. Maar sinds enkele maanden is dat niet langer het geval en moet ze weer intrest betalen. In februari stond de rente voor staatsleningen op 10 jaar al 1% positief. In juni was dat al 2%. En op 11 oktober ging de rente voor het eerst sinds juli 2012 opnieuw even boven de grens van 3%.

Woonleningen

Die rentehausse heeft niet alleen gevolgen voor de overheid, ook voor bedrijven en gezinnen. Vooral wie een woonlening wil afsluiten, merkt het al. Volgens de rentebarometer van Immotheker Finotheker bedraagt de gemiddelde rente voor wie minder dan 80% van de waarde van zijn pand wil financieren met een vaste rente op 20 jaar intussen al 3,04%. Alleen al in de jongste twaalf maanden kwam er 1,63% bij. Op een lening van 250.000 euro komt dat neer op 142 euro extra afbetaling per maand. Wie tussen 80% en 100% van de waarde van zijn pand wil lenen, betaalt intussen al 3,17% of 1,60% dan twaalf maanden geleden.

Tip: Hier vindt u een overzicht van de tarieven die momenteel worden gevraagd voor woonleningen.

Termijnrekeningen en kasbons

Voor wie spaart, is een stijgende rente dan weer goed nieuws. Alleen blijven de banken hier nog achterop met het opwaarts aanpassen van hun tarieven.

Als de rente op 10 jaar zo sterk is gestegen, zou dat ook tot uiting moeten komen in de tarieven van de termijnrekeningen. Maar vooralsnog bieden nog maar twee financiële instellingen 2% of meer op een termijnrekening met die looptijd. Deutsche Bank komt aan 2,34%, Izola Bank aan 2%. Na aftrek van roerende voorheffing blijft daar voor de spaarder netto respectievelijk 1,638% en 1,40% over. Voor de hoogste rente bij Deutsche Bank moet u overigens minimum 25.000 euro inleggen.

De rentevoeten voor termijnrekeningen op kortere looptijden blijven onder die tarieven.

Tip: Hier vindt u de tarieven die banken bieden op hun termijnrekeningen en kasbons.

Tak 21-spaarverzekeringen

Bij tak21-spaarverzekeringen krijgt u een vaste basisrente, die desgevallend nog kan worden aangevuld met een winstdeelneming indien de verzekeringsmaatschappij uw storting met winst kan herbeleggen. Nu de rentevoeten stijgen, zou ook de basisrente opgetrokken kunnen worden. Vooralsnog blijft het ook hier wachten op beweging in de markt.

Tip: Hier vindt u een overzicht van de rentevergoeding die momenteel op tak21-spaarverzekeringen geboden wordt.

Spaarrekeningen

Intussen kijkt ook iedereen naar de eerste grote bank die een aanpassing doet van de rente op spaarboekjes, maar ook daar bewoog tot dusver weinig. Alleen bij een paar kleinere banken was een bescheiden stijgende tendens merkbaar.

CKV leidt nu trouwens de dans met een basisrente van 0,20% voor elke dag dat een bedrag op de rekening staat, die nog aangevuld kan worden met een getrouwheidspremie van 0,50% als het geld een jaar op de rekening behouden wordt. Maar bij het gros van de banken blijft de vergoeding beperkt tot 0,01% + 0,10%.

Die rente op spaarboekjes wordt trouwens minder beïnvloed door de rente op tien jaar. Het gaat immers om tegoeden die quasi onmiddellijk opvraagbaar zijn. Bijgevolg speelt hier de kortetermijnrente een grotere rol.

Tip: Hier vindt u de vergoedingen die banken momenteel bieden op hun spaarboekjes

Aandelen en obligaties

Voor aandelen en obligaties is een snel stijgende rente dan weer nefast. Ze maakt immers de financiering van bedrijven duurder, waardoor die meer kosten hebben. Voorts zorgt ze ervoor dat de vertaling van verwachte winsten in de toekomst naar de waarde vandaag lager uitvalt.

Maar ook voor obligatiebezitters is een stijgende rente niet goed. Zij blijven immers nog tot de vervaldag ervan zitten met obligaties die nog zijn uitgegeven tegen een lagere rente. Wie zijn effecten voordien wil verkopen, zal er dan ook een lagere prijs voor krijgen.

Dit is ook de reden waarom pensioenspaarfondsen er de voorbije maanden op achteruit zijn gegaan.

Tip: Hier kunt u de gevolgen voor uw pensioenspaarfonds zien