282, 20992

Vier veilige alternatieven voor het spaarboekje

Vier veilige alternatieven voor het spaarboekje

Het zijn harde tijden voor spaarders die het maximum uit hun spaarcenten willen halen. Toch zijn er nog alternatieven voor het spaarboekje, ook voor wie niet bereid is om meer risico’s te nemen met de spaarcenten.

Voor 2018 voorspelt het Planbureau een inflatie van 2 procent, wat betekent dat de prijzen van diensten en goederen in ons land op een jaar tijd met 2 procent omhoog gaat. Dat is ook belangrijk voor spaarders, want geen enkele spaarrekening biedt nog een rente die uitkomt boven de inflatie. Meer nog: het gros van de spaarrekeningen biedt een rente van amper 0,11 procent. Spaarders met zo’n rekening verliezen zo op een jaar tijd 1,9 procent van hun spaarcenten, want na een jaar sparen kunnen ze met hun spaarcenten minder spullen kopen dan het jaar voordien. Om dat te vermijden, of het verlies toch minsten te beperken, is het verstandig om enkele alternatieven te overwegen. We zetten er enkele op een rijtje, waarvan het risico niet veel hoger ligt dan dat van het spaarboekje.

De spaarrekening

Het klinkt vreemd: een spaarrekening als alternatief voor de spaarrekening. Maar de ene rekening is de andere niet. Geen enkele spaarrekening biedt een rente die boven de inflatie uitkomt. Deutsche Bank (DB Saving Plan) en Beobank (Step Up spaarrekening) bieden wel een spaarplan aan met een totale rente (basisrente + getrouwheidspremie) van 1,2 procent. Dat is het tienvoudige van de spaarrekeningen met de laagste rente. De spaarplannen hebben wel een beperking: spaarders mogen maandelijks slechts een beperkt bedrag overschrijven. Bij het DB Saving Plan is dat 500 euro, bij de Step Up spaarrekening is dat 750 euro. Spaarplannen zijn dus vooral geschikt voor wie maandelijks een deel van zijn inkomen opzij wil zetten, maar niet voor wie in een keer een grote som geld wil transfereren. Voor traditionele spaarrekeningen (zonder maandelijkse beperking) ligt de maximale rente op 0,55 procent. Ook dat is nog altijd bijna het vijfvoudige van de spaarrekeningen met de laagste rente.

Tip: Hier vindt u een overzicht van de spaarrekeningen met de hoogste rente

Pensioensparen

Spaarders die al een voldoende buffer hebben en die het geld niet nodig hebben om later een grote aankoop te financieren (zoals een woning), kunnen overwegen om een deel van hun spaarcenten elders aan het werk te zetten. Pensioensparen is alvast een nuttig alternatief. Spaarders kunnen maximaal 960 euro per jaar opzijzetten via pensioensparen. De gestorte bedragen geven recht op een belastingvermindering van 30 procent. Wie het maximum stort, moet dus 288 euro minder aan belastingen betalen. Daarnaast is er nog een tweede plafond van 1.230 euro, al daalt de belastingvermindering voor wie meer dan 960 euro wil storten dan wel naar 25 procent. Wie 1.230 euro stort, moet 307,50 euro minder belastingen betalen. Pensioensparen kan via een spaarverzekering (minder risico, maar wel een lager rendement) of een pensioenspaarfonds (meer risico, maar ook een potentieel hoger rendement). Let wel: gebruik hiervoor enkel spaarcenten die u kan missen. In principe mag u het bedrag dat via pensioensparen is opgebouwd niet opvragen voor u met pensioen gaat. Het is mogelijk, maar het wordt door de fiscus zwaar bestraft en er zijn ook hoge kosten aan verbonden.

Lees ook: Hoe haalt u het maximum uit uw pensioensparen?

De spaarverzekering

Een spaarverzekering (of zogenaamde tak21-levensverzekering) biedt een gegarandeerde rente (al bedraagt die steeds vaker 0 procent). Daarbovenop kan de spaarder ook een winstdeelname uitgekeerd krijgen, wanneer een onderliggende beleggingsportefeuille goed heeft gepresteerd. Die twee componenten zorgen samen voor het totaalrendement. Om een idee te geven: in 2017 leverden verschillende tak 21-verzekeringen een netto rendement van 2 procent op. Let wel: aan zo’n verzekering zijn ook kosten verbonden. De fiscus heft een verzekeringstaks van 2 procent op elke storting en de verzekeraars hanteren ook instapkosten die meestal variëren van 1 tot 3 procent. Vooral die instapkosten moeten spaarders trachten te beperken, anders blijft er van het rendement niet veel over. Een spaarverzekering heeft ook enkel zin wanneer spaarders de spaarcenten minstens acht jaar kunnen missen. De enige manier om te ontsnappen aan 30 procent roerende voorheffing, is immers om de spaarcenten ten vroegste na acht jaar weer op te vragen.

Tip: Vergelijk goed de historische rendementen en instapkosten van alle spaarverzekeringen

Investeer in een (energiezuinige) woning

Als spaargeld langzaam wegvloeit door koopkrachtverlies, kan het ook verstandig zijn om het verstandig te investeren. Denk maar aan de aankoop van een woning. De lage rentes zijn een vloek voor de spaarder, maar ze zijn een zegen voor wie goedkoop wil lenen. Wie nu 150.000 euro wil lenen voor een looptijd van 20 jaar, kan dat nog doen aan een vaste rentevoet van minder dan 1,5 procent. Het kan ook interessant zijn om spaarcenten te gebruiken om energiebesparende investeringen te doen aan de woning. Ook daarvoor kan er nog goedkoop worden geleend. Ook daar liggen de rentevoeten rond 1,5 procent.

Lees ook:

Andere tips over pensioensparen, spaarrekeningen en TAK 21

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.