Di Rupo vindt miljoenen bij spaarders

20 november 2012

De grote lijnen van de maatregelen die de regering-Di Rupo neemt om het begrotingstekort te beperken, zijn bekend. Ook de spaarders ontkomen er niet aan.

De belangrijkste ingreep is de verhoging van de roerende voorheffing op spaarproducten van 21% tot een uniform tarief van 25%. Dit betekent dat intresten van kasbons en obligaties even zwaar zullen worden getakseerd als dividenden van aandelen. Tijdens de onderhandelingen was nochtans even sprake van 26%, maar het wordt dus ietsje minder. De voorheffing wordt meteen ook weer bevrijdend. Eens de belasting betaald, moeten de intresten niet meer worden aangegeven. De maatregel moet voor de schatkist 361 miljoen euro opbrengen.

De verhoging maakt ook een einde aan het huidige complexe systeem waarbij de basisbelasting op 21% ligt en er 4% extra wordt aangerekend voor de intresten die het bedrag van 20.020 euro overstijgen. Wie anonimiteit wil, kan trouwens vragen om meteen 25% te betalen.

De verhoging geldt niet voor het spaarboekje. Daar blijft de belasting liggen op 15% op de intresten die het bedrag van 1.830 euro overstijgen. Ook voor de staatsbon die eind 2011 werd uitgegeven, blijft het tarief op 15%.

Een andere maatregel is de verhoging van de taks op de levensverzekeringen. Nu bedraagt die 1,1%. Vanaf 1 januari 2013 wordt dat 2%. Stortingen op pensioenspaarverzekeringen blijven wel vrijgesteld van belastingen. Ook voor stortingen voor een groepsverzekering en een schuldsaldoverzekering komt er geen verhoging.

Ook het systeem van fiscale regularisering wordt eind 2013 geschrapt. Het wordt vervangen door een "laatste kans om zich in orde te stellen", waarbij de boete wel wordt opgetrokken van 10% naar 15%. Deze maatregel moet 500 miljoen euro opbrengen.

Ten slotte zullen mensen die een spaarverzekering in het buitenland hebben afgesloten dat moeten melden op de belastingaangifte. Wie een buitenlandse rekening had, diende dat al te doen.