Spaargids logo
Contact
  • FR
Log in
  • Al uw aanvragen op één plaats
  • Beheer uw newsletter voorkeuren
  • Praat mee op ons forum
Inloggen
Of

Nieuw bij spaargids.be?

Account aanmaken
  • Energie
    Vergelijken
      Gas & elektriciteit Elektriciteit Gas Promoties en kortingen
    Voor bedrijven
      Grote bedrijven Kmo’s
    Algemeen
      Verhuisdienst Leveranciers Nieuws Veelgestelde vragen
    Duurzaam wonen
      Zonnepanelen kopen Spouwmuurisolatie kopen Zoldervloerisolatie kopen Thuisbatterij kopen
    Nieuws
  • Financiën
    Sparen
      Spaarproducten
      Spaarrekening Termijnrekening Kasbons Baby-en jongerenrekening Simulator spaarrekeningen Rating en reviews banken
      Fiscaal sparen
      Pensioensparen Langetermijnsparen
      Zelfstandigen
      VAPZ IPT POZ
    Lenen
      Wonen
      Hypothecaire lening Verbouwingslening Energielening Overbruggingskrediet Simulator woonkrediet Kosten herfinanciering
      Voertuigen
      Autolening Fietslening Motorlening Mobilhomelening
     
      Andere leningen
      Persoonlijke lening Geldreserves Samenvoegen van leningen Crowdfunding
    Beleggen
      Beleggingsfondsen Beleggingsplannen Rendementen beleggingsplannen Crowdlending Fondsenaanbod banken Pensioenspaarfondsen Private banking
    Betalen
      Zichtrekeningen VISA Mastercard
    Forum
    Nieuws
  • Verzekeringen
    Autoverzekering
      Autoverzekering vergelijken Autoverzekering afsluiten Autoverzekering overstappen
    Brandverzekering
      Brandverzekering vergelijken Brandverzekering afsluiten
    Schuldsaldoverzekering
    Andere verzekeringen
      Tak 23 beleggingsverzekering Tak 21 spaarverzekering Reisverzekeringen Uitvaartverzekering
    Nieuws
  • Telecom
    Vergelijken
      Telecom vergelijken Telecom abonnementen Smartphones met abonnement Vergelijk snel Providers
    Meest gekozen
      Internet+TV+Mobiel+Vaste lijn Internet+TV+Mobiel Internet+TV+Vaste lijn Internet+Mobiel Internet+Vaste lijn Internet+TV Mobiel Internet
    Nieuws
    FAQ
  • Ziekenfondsen
    Vergelijken
      Ziekenfondsen vergelijken
    Algemeen
      Overzicht ziekenfondsen Aansluiten ziekenfonds Veranderen ziekenfonds Mutualiteit kiezen
    Ziekenfondsen
      Christelijke Mutualiteit Helan LM Mutplus.be LM Oost-Vlaanderen LM Plus NZVL Solidaris Solidaris Brabant VNZ
    Nieuws
  • Lenen
  • Sparen
  • Beleggen
  • Betalen
  • Pensioen
  • Forum
  • Nieuws
Spaargids logo
Log in
  • Al uw aanvragen op één plaats
  • Beheer uw newsletter voorkeuren
  • Praat mee op ons forum
Inloggen
Of

Nieuw bij spaargids.be?

Account aanmaken
  • Energie
    Vergelijken
    • Gas & elektriciteit
    • Elektriciteit
    • Gas
    • Promoties en kortingen
    Voor bedrijven
    • Grote bedrijven
    • Kmo’s
    Algemeen
    • Verhuisdienst
    • Leveranciers
    • Nieuws
    • Veelgestelde vragen
    Duurzaam wonen
    • Zonnepanelen kopen
    • Spouwmuurisolatie kopen
    • Zoldervloerisolatie kopen
    • Thuisbatterij kopen
    Nieuws
  • Financiën
    Sparen
    • Spaarproducten
    • Spaarrekening
    • Termijnrekening
    • Kasbons
    • Baby-en jongerenrekening
    • Simulator spaarrekeningen
    • Rating en reviews banken
    • Fiscaal sparen
    • Pensioensparen
    • Langetermijnsparen
    • Zelfstandigen
    • VAPZ
    • IPT
    • POZ
    Lenen
    • Wonen
    • Hypothecaire lening
    • Verbouwingslening
    • Energielening
    • Overbruggingskrediet
    • Simulator woonkrediet
    • Kosten herfinanciering
    • Voertuigen
    • Autolening
    • Fietslening
    • Motorlening
    • Mobilhomelening
    • Andere leningen
    • Persoonlijke lening
    • Geldreserves
    • Samenvoegen van leningen
    • Crowdfunding
    Beleggen
    • Beleggingsfondsen
    • Beleggingsplannen
    • Rendementen beleggingsplannen
    • Crowdlending
    • Fondsenaanbod banken
    • Pensioenspaarfondsen
    • Private banking
    Betalen
    • Zichtrekeningen
    • VISA
    • Mastercard
    Forum
    Nieuws
  • Verzekeringen
    Autoverzekering
    • Autoverzekering vergelijken
    • Autoverzekering afsluiten
    • Autoverzekering overstappen
    Brandverzekering
    • Brandverzekering vergelijken
    • Brandverzekering afsluiten
    Schuldsaldoverzekering
    Andere verzekeringen
    • Tak 23 beleggingsverzekering
    • Tak 21 spaarverzekering
    • Reisverzekeringen
    • Uitvaartverzekering
    Nieuws
  • Telecom
    Vergelijken
    • Telecom vergelijken
    • Telecom abonnementen
    • Smartphones met abonnement
    • Vergelijk snel
    • Providers
    Meest gekozen
    • Internet+TV+Mobiel+Vaste lijn
    • Internet+TV+Mobiel
    • Internet+TV+Vaste lijn
    • Internet+Mobiel
    • Internet+Vaste lijn
    • Internet+TV
    • Mobiel
    • Internet
    Nieuws
    FAQ
  • Ziekenfondsen
    Vergelijken
    • Ziekenfondsen vergelijken
    Algemeen
    • Overzicht ziekenfondsen
    • Aansluiten ziekenfonds
    • Veranderen ziekenfonds
    • Mutualiteit kiezen
    Ziekenfondsen
    • Christelijke Mutualiteit
    • Helan
    • LM Mutplus.be
    • LM Oost-Vlaanderen
    • LM Plus
    • NZVL
    • Solidaris
    • Solidaris Brabant
    • VNZ
    Nieuws
Contact
  • Français
  • U bevindt zich hier:  Home Forum Sparen Kasbons en termijnrekeningen
  • Zoek
  • Forumoverzicht
  • Aanmelden
  • Snelle links
    • Onbeantwoorde onderwerpen
    • Actieve onderwerpen
    • Recente berichten
  • Zoek

Domme vraag over termijnrekeningen (?)

Plaats reactie
  • Afdrukweergave
Uitgebreid zoeken
21 berichten
  • 1
  • 2
  • Volgende
TIP
Behaal de hoogste rente door te vergelijken kasbons - termijnrekeningen - step-up
Yvan

Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door Yvan » 8 augustus 2009, 06:47

Waarom zou ik willen intekenen op een termijnrekening als de uitgekeerde rente lager is dan die op een gewone spaarrekening?

Bij het overlopen van de rentes op termijnrekeningen stelde ik me de vraag...

Dank voor jullie antwoorden!

Yvan.
Omhoog

ludo
VIP member
VIP member
Berichten: 6026
Lid geworden op: 16 sep 2008
Contacteer:
Contacteer ludo
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door ludo » 8 augustus 2009, 09:44

Heb dit ook al bemerkt, dat je op spaarboekje meer /gelijkwaardige rente hebt.
Denk dat ze ietje meer geven op lange termijn,  met bedoeling je geld langer te hebben.
Vindt dat je beter op spaarboekje, en als rente terug serieus stijgen op termijn, je dan overstapt.
Omhoog

Mis geen enkele kans om te besparen.

Krijg de beste tips en aanbiedingen rechtstreeks in uw mailbox

Uitschrijven kan altijd. We respecteren uw privacy.
ludo
VIP member
VIP member
Berichten: 6026
Lid geworden op: 16 sep 2008
Contacteer:
Contacteer ludo
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door ludo » 8 augustus 2009, 09:49

Als je veel kapitaal spreidt over verschillende spaarboekjes, om geen 15% RV te betalen, en je dit niet aangeeft aan de belasting::
iemand een idéé wat er zou kunnen gebeuren als ze daar achter komen?????
Of weten ze dan niet???
Omhoog

Gebruikersavatar
paul
VIP member
VIP member
Berichten: 9650
Lid geworden op: 01 jun 2007
Locatie: kotsijde
Contacteer:
Contacteer paul
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door paul » 8 augustus 2009, 10:49

ludo schreef: Als je veel kapitaal spreidt over verschillende spaarboekjes, om geen 15% RV te betalen, en je dit niet aangeeft aan de belasting::
iemand een idéé wat er zou kunnen gebeuren als ze daar achter komen?????
Of weten ze dan niet???

ontdoken r.v. betalen( plus intrest op ontdoken r.v. ) gedurende maximaal de laatste 7 jaar
plus maximaal 50 % boete op de ontdoken r.v.

Ze  mogen niet zomaar willekeurig een onderzoek instellen, ingeval ze meer dan 3 jaar in het verleden onderzoeken, moeten ze je wel VOORAFGAANDELIJK schriftelijk op de hoogte brengen dat ze met een onderzoek bezig zijn, anders kunnen ze hun onderzoek in de prullenmand gooien.
Omhoog

Gebruikersavatar
cardoman
Sr. Member
Sr. Member
Berichten: 316
Lid geworden op: 18 jul 2008
Locatie: Kortrijk

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door cardoman » 8 augustus 2009, 11:18

paul schreef:
ludo schreef: Als je veel kapitaal spreidt over verschillende spaarboekjes, om geen 15% RV te betalen, en je dit niet aangeeft aan de belasting::
iemand een idéé wat er zou kunnen gebeuren als ze daar achter komen?????
Of weten ze dan niet???

ontdoken r.v. betalen( plus intrest op ontdoken r.v. ) gedurende maximaal de laatste 7 jaar
plus maximaal 50 % boete op de ontdoken r.v.

Ze  mogen niet zomaar willekeurig een onderzoek instellen, ingeval ze meer dan 3 jaar in het verleden onderzoeken, moeten ze je wel VOORAFGAANDELIJK schriftelijk op de hoogte brengen dat ze met een onderzoek bezig zijn, anders kunnen ze hun onderzoek in de prullenmand gooien.
Paul ik vraag me af of er reeds één geval geweten is, ik denk van niet. Ik ken echt niemand die dit aangeeft, jij wel?
Omhoog

Gebruikersavatar
paul
VIP member
VIP member
Berichten: 9650
Lid geworden op: 01 jun 2007
Locatie: kotsijde
Contacteer:
Contacteer paul
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door paul » 8 augustus 2009, 11:24

Eventjes opmerken dat dit eigenlijk niet thuishoort onder termijnrekeningen ( waar altijd 15% op wordt ingehouden ), maar onder gereglementeerde spaarrekeningen.

Er zijn minstens 2 categorien mensen die ook hun gereglementeerde spaarrekeningen aangeven:

eerste : degene die er voordeel bij zouden kunnen hebben om r.v terug te krijgen.
( bedrag op het gereglementeerde spaarrekening reeds boven de minimum voor r.v.)

tweede : een kategorie mensen die met alles in regel willen zijn,  anders kunnen ze niet slapen. In het kader van bv. latere successierechten enz. is dat ergens te begrijpen.

Ik ken mensen uit beide categorien
Omhoog

olleke
Jr. Member
Jr. Member
Berichten: 60
Lid geworden op: 26 jul 2008
Contacteer:
Contacteer olleke
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door olleke » 8 augustus 2009, 11:27

Paul ik vraag me af of er reeds één geval geweten is, ik denk van niet. Ik ken echt niemand die dit aangeeft, jij wel?
[/quote]

@ cardoman

in topic "teveel intrest wat te doen" gestart in december 2008 wordt er melding van gemaakt dat iemand "prijs" had.

olleke
Omhoog

Gebruikersavatar
paul
VIP member
VIP member
Berichten: 9650
Lid geworden op: 01 jun 2007
Locatie: kotsijde
Contacteer:
Contacteer paul
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door paul » 8 augustus 2009, 11:35

Ik ken toch een situatie van iemand met een heel hoog inkomen uit spaargelden die het wel aangaf. Ik geef toe dat dit reeds heel lang geleden was.

Als mensen bv.  over een groot vermogen beschikken  en vele jaren later een woning willen kopen ZONDER lening, kan ik er inkomen dat zij op zulke manier tewerk gaan. Zij kunnen de fiscus dan perfect bewijsstukken aanleveren, waar zij geen enkele boete op kunnen toepassen.
Omhoog

Gebruikersavatar
paul
VIP member
VIP member
Berichten: 9650
Lid geworden op: 01 jun 2007
Locatie: kotsijde
Contacteer:
Contacteer paul
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door paul » 8 augustus 2009, 11:41

[
@ cardoman

in topic "teveel intrest wat te doen" gestart in december 2008 wordt er melding van gemaakt dat iemand "prijs" had.

olleke
[/quote]

Het was inderdaad iemand die een bezwaarschrift had ingediend. Van zodra je een bezwaarschrift indient , heeft de fiscus het recht om in je rekeningen te snuffelen.
Omhoog

Geertje
Sr. Member
Sr. Member
Berichten: 256
Lid geworden op: 22 jun 2007
Contacteer:
Contacteer Geertje
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door Geertje » 11 augustus 2009, 18:11

paul schreef: Eventjes opmerken dat dit eigenlijk niet thuishoort onder termijnrekeningen ( waar altijd 15% op wordt ingehouden ), maar onder gereglementeerde spaarrekeningen.

Er zijn minstens 2 categorien mensen die ook hun gereglementeerde spaarrekeningen aangeven:

eerste : degene die er voordeel bij zouden kunnen hebben om r.v terug te krijgen.
( bedrag op het gereglementeerde spaarrekening reeds boven de minimum voor r.v.)

tweede : een kategorie mensen die met alles in regel willen zijn,  anders kunnen ze niet slapen. In het kader van bv. latere successierechten enz. is dat ergens te begrijpen.

Ik ken mensen uit beide categorien
Wat als je je geld gespreid hebt over verschillende rekeningen en de intrest boven de vrijstelling  "vergeten" aan te geven hebt. Stel je partner sterft en er moet registratierechten betaald worden.

Gaat dit dan uitkomen als de notaris de erfenis samen stelt ( komen alle rekeningen dan naar boven via notaris die aanvraag doet via Nationale Bank)..

Wil gewoon het "risico" kennen.
Omhoog

Gebruikersavatar
cardoman
Sr. Member
Sr. Member
Berichten: 316
Lid geworden op: 18 jul 2008
Locatie: Kortrijk

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door cardoman » 11 augustus 2009, 19:39

Geertje schreef:
paul schreef: Eventjes opmerken dat dit eigenlijk niet thuishoort onder termijnrekeningen ( waar altijd 15% op wordt ingehouden ), maar onder gereglementeerde spaarrekeningen.

Er zijn minstens 2 categorien mensen die ook hun gereglementeerde spaarrekeningen aangeven:

eerste : degene die er voordeel bij zouden kunnen hebben om r.v terug te krijgen.
( bedrag op het gereglementeerde spaarrekening reeds boven de minimum voor r.v.)

tweede : een kategorie mensen die met alles in regel willen zijn,  anders kunnen ze niet slapen. In het kader van bv. latere successierechten enz. is dat ergens te begrijpen.

Ik ken mensen uit beide categorien
Wat als je je geld gespreid hebt over verschillende rekeningen en de intrest boven de vrijstelling  "vergeten" aan te geven hebt. Stel je partner sterft en er moet registratierechten betaald worden.

Gaat dit dan uitkomen als de notaris de erfenis samen stelt ( komen alle rekeningen dan naar boven via notaris die aanvraag doet via Nationale Bank)..

Wil gewoon het "risico" kennen.

Zou het risico ook eens willen kennen...zijn hier officiële gegevens over (bv. via parlementaire vraag?)
Omhoog

Gebruikersavatar
robokat
VIP member
VIP member
Berichten: 2481
Lid geworden op: 03 jul 2007
Contacteer:
Contacteer robokat
Verstuur privébericht Website

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door robokat » 11 augustus 2009, 19:49

Geertje schreef:
Wat als je je geld gespreid hebt over verschillende rekeningen en de intrest boven de vrijstelling  "vergeten" aan te geven hebt. Stel je partner sterft en er moet registratierechten betaald worden.

Gaat dit dan uitkomen als de notaris de erfenis samen stelt ( komen alle rekeningen dan naar boven via notaris die aanvraag doet via Nationale Bank)..

Wil gewoon het "risico" kennen.
De aangifte van nalatenschap bevat inderdaad een overzicht van alle spaarrekeningen, en niet enkel van de overledene maar ook van de overlevende.
Op dat moment heeft de fiscus een perfect zicht op je vermogen.
Foefelen met die aangifte wordt heel streng bestraft.
Omhoog

Gebruikersavatar
paul
VIP member
VIP member
Berichten: 9650
Lid geworden op: 01 jun 2007
Locatie: kotsijde
Contacteer:
Contacteer paul
Verstuur privébericht

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door paul » 11 augustus 2009, 19:55

Eventjes gedeeltelijk op de vraag antwoorden.
M.i. gaat een notaris NIET automatisch na welke spaarrekeningen er allemaal bestaan.

In princiepe geven de erggenamen zelf de rekeningen op aan de notaris. Ingeval van twijfel mogen zij aan de notaris vragen om bij een of andere vereniging van banken, die gevestigd is op Gallerij Ravenstein in Brussel na te gaan welke rekeningen er allemaal gekend zijn bij de banken die bij hen zijn aangesloten : kostprijs die die vereniging aanrekent daarvoor 125 euro.

Enkel wanneer de fiscus zelf van oordeel is de er te weinig is aangegeven, naar "hun gedacht" , dan stellen zij een onderzoek in , met de nodige boeten vandien.

Alle gelden tot 3 jaar voor het overlijden behoren tot het nalatenschap. Tenzij er via een notariele akte een schenking is gebeurd.

Ingeval je met een pak geregelmenteerde spaarrekeningen afkomt op de aangifte van de successie, dan heb je kans dat de fiscus gaat vaststellen dat er r.v. door de
OVERLEDENE is ondoken ( daar hebben de erfgenamen geen schuld aan). De erfgenamen zijn enkel verantwoordelijk voor een correcte aangifte van het nalatenschap.
Bij het overlijden vervalt allezinds het strafrechtelijk aspect van de daden van de overledene. Dus bij "zware" fiscale fraude - zoas onlangs op tv is geweest bij een bekende vlaamse familie , komen de strafrechtelijke sankties  nooit ten laste van de erfgenamen. Eventuele administratieve boeten mogelijk wel

Op de website van de fiscus kan je o.a. een aantal uitspraken vinden over betwiste aangiftes van nalatenschappen. Dikwijls uitspraak na 10 -15 jaar, als de erfgenamen soms zelf al overleden zijn. De grote overwinnaar is uiteraard altijd de advocaat met zijn ereloon.

Een voorbeeldje van zo een uitspraak :

Arrest van het Hof van beroep te Antwerpen dd. 24.03.2009



Verval van de vordering - Regelmatige aangifte nalatenschap (art. 47 W.Succ.) - Tegenbewijs art. 108 W.Succ. - Schorsing moratoire interesten door inertie



EE/94.019



Artikel 6 EVRM machtigt de rechter niet de vastgestelde overschrijding van de redelijke termijn te sanctioneren door de omvang van de burgerlijke veroordeling te verminderen.



Het tussenvonnis heeft met schending van de artikelen 47 en 108 W.Succ. een aftrek wegens vetusteit van de verzuimde aan te geven roerende goederen aangenomen : tegen de ambtshalve aanslag hebben de erfgenamen geen ander verhaal dan het indienen van een regelmatige aangifte van nalatenschap.



De erfgenaam blijft in gebreke de vastgestelde verzuimen (verkoopopbrengsten) te weerleggen : het feit van de uitvoering van verbeteringswerken wordt niet betwist, wel was de overledene slechts voor 1/4 volle eigenaar, zouden de beweerde uitgaven de nalatenschap deficitair hebben gemaakt en bovendien kon geen enkele factuur op naam van de overledene worden voorgelegd.



Vermits het Hof vaststelt dat de procedure ingevolge de foutieve inertie van zowel appellant als geïntimeerde meer dan 8 jaar heeft stilgelegen, worden de moratoire interesten geschorst gedurende 4 jaar.



Noot van de administratie :



Dit arrest doet de vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt dd. 9 oktober 1995, 23 december 1996 en 23 maart 1998 teniet.







Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN,

6e bis KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen :





inzake : 2007/AR/2634 (voorheen 1998/AR/2653)



DE BELGISCHE STAAT, federale overheidsdienst Financiën, administratie van de btw, registratie en domeinen, in de persoon van de ontvanger der registratie te Sint-Truiden, wiens kantoren gevestigd zijn te 3800 Sint-Truiden, Abdijstraat 6;



APPELLANT



tegen de vonnissen gewezen door de vijfde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te H. d.d. 9 oktober 1995, 23 december 1996 en 23 maart 1998, aldaar gekend onder nr. A.R. 93/2176/A;



vertegenwoordigd door Mr. N. S. loco Mr. M. V. H., kantoor houdende te S., (ref. : 703.697#18);



tegen :



F. E. U. H., gepensioneerde, geboren te G. op 3 juni 1944, wonende te L.;



GEINTIMEERDE



vertegenwoordigd door Mr. J. C., advocaat, kantoor houdende te L. (ref. : H. t/ Belg. Staat);



Gelet op de door de wet vereiste processtukken in behoorlijke vorm overgelegd, waaronder de voor eensluidende afschriften van de bestreden tussenvonnissen, op tegenspraak gewezen op 9 oktober 1995 en 23 december 1996, alsook van het bestreden eindvonnis uitgesproken op 23 maart 1998 door de vijfde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, voormeld eindvonnis betekend zijnde op 26 augustus 1998 bij exploot van gerechtsdeurwaarder J. B., met standplaats te H., en waartegen een naar vorm en termijn regelmatig hoger beroep werd aangetekend bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van dit Hof op 17 september 1998;



Gehoord partijen in hun middelen en conclusies.



1. Feiten, retroacten, eis en verweer :



1.1. - Op 21 mei 1988 overleed te G. mevrouw M. H. A. M. H., geboren te G. op 17 februari 1951, zonder beroep, echtgescheiden, laatst wonende te G., zonder reservataire erfgenamen na te laten.



Als enige wettige erfgenaam liet zij na haar broer, de heer F. E. U. H., geboren te G. op 3 juni 1944, technicus, geïntimeerde.



Bij ontstentenis van testament erfde geïntimeerde de totale nalatenschap, onder voorbehoud van twee uitkeringen ingevolge levensverzekeringen bij enerzijds "D. V." te B., polis-nummer GV 31/0105.808, ten bedrage van 122.702 BEF (3.041,70 EUR), ten voordele van de uit de echt gescheiden echtgenoot van de overledene, de heer F. F., en anderzijds bij A.G. "Belgische Maatschappij van Algemene Verzekering, Leven", polisnummer 5315615, ten bedrage van 129.585 BEF (3.212,33 EUR), eveneens ten voordele van de heer F. F., voormeld.



1.2. - Op 4 augustus 1989 werd door geïntimeerde een aangifte van nalatenschap ingediend op het kantoor der registratie te Sint-Truiden, alwaar zij werd neergelegd onder het nummer 89.211.



Het oorspronkelijk netto actief van de nalatenschap toekomende aan de wettige erfgenaam bedroeg 20.877,69 EUR (842.204 BEF). De hierop geheven successierechten ten bedrage van 4.599,79 EUR (185.555 BEF) werden betaald.



1.3. - De volgende onroerende goederen afhangende van de nalatenschap werden evenwel verzuimd aan te geven :



1)  1/4 volle eigendom in 42a 37ca bouwland te G. 9de afdeling M. genaamd "T.", sectie C nr. 1026/e met een verkoopwaarde geschat, voor 1/4 volle eigendom, op 1.050,45 EUR (42.375 BEF);

2)  1/4 volle eigendom in 3a 70ca huis te G. 9de afdeling M., sectie C nr. 91/s met een verkoopwaarde geschat, voor 1/4 volle eigendom, op 7.436,81 EUR (300.000 BEF);

3)  1/4 volle eigendom in 48a 54ca bouwland te G. 9de afdeling M. genaamd "T.", sectie C nr. 472/a, met een verkoopwaarde geschat, voor 1/4 volle eigendom, op 1.202,28 EUR (48.500 BEF).



Er werd ingevolge artikel 108 van het Wetboek der Successierechten eveneens verzuimd in de aangifte op te geven :



1)  de opbrengst van de verkoop bij akte verleden voor notaris T. op 28 december 1987 1.050.000 BEF x 1/2 = 525.000 BEF

2)  de opbrengst van de verkoop bij akte verleden voor notaris D. op 17 mei 1986 2.800.000 BEF x 1/2 = 1.400.000 BEF

3)  roerende goederen, geschat in de inventaris echtscheiding onderlinge toestemming verleden voor notaris D.op14 januari 1986 1.790.710 BEF x 1/2 =  895,355 BEF

                                                                                                                             

    totaal van de verzuimde goederen : 69.914,77 EUR (2.820.355 BEF)



Volgend tegenbewijs werd door de administratie aangenomen :



- rekening CERA nr. 2901 :                                                                                              611.358 BEF

- aankoop personenwagen Austin-Metro :                                                                          250.000 BEF

- meubels:                                                                                                                      50.000 BEF

                                                                                                                              ===========

  totaal :                                                                                                22.591,97 EUR (911.358 BEF)



Het verzuim bedroeg dus nog 57.012,34 EUR (2.299.872 BEF), waarmee het belastbaar netto actief van de nalatenschap diende te worden verhoogd, zodat dit 77.890,03 EUR (3.142.076 BEF) bedroeg.



Op dit totaal actief werden de successierechten begroot op een bedrag van 24.691,43 EUR (996.050 BEF). Het aanvullend recht bedroeg aldus de som van 20.091,65 EUR (810.495 BEF).



Boven deze rechten werd de door de erfgenaam te betalen boete vastgesteld op een verminderd bedrag van 3.644,03 EUR (147.000 BEF). Bovendien, werd een boete gelijk aan 50% van deze verminderde boete wegens de invordering bij dwangbevel opgelegd, hetzij een bedrag van 1.822,02 EUR (73.500 BEF).



1.4. - Door geïntimeerde werd niet ingegaan op de uitnodigingen om de voormelde verzuimen te herstellen door het indienen van een bijvoeglijke aangifte van nalatenschap, ofwel het leveren van een afdoend tegenbewijs van het niet-bestaan van deze verzuimen.



De bevoegde ontvanger der registratie te S.-T. vaardigde dan ook op 19 mei 1992 een dwangbevel uit ten laste van geïntimeerde, hetwelk door de gewestelijke directeur der registratie en domeinen te Hasselt op 22 mei 1992 werd geviseerd en uitvoerbaar verklaard.



Dit dwangbevel werd op 1 juni 1992 bij exploot van gerechtsdeurwaarder J. H., met standplaats te T., aan geïntimeerde betekend, met bevel tot betaling van de voormelde bedragen.



Op 5 november 1992 werd door geïntimeerde een bijvoeglijke aangifte van nalatenschap op het kantoor der registratie te S.-T. ingediend, waarin enkel de verzuimen van de onroerende goederen, werden hersteld. De daarop verschuldigde bijvoeglijke rechten, boeten en interesten werden door geïntimeerde betaald op 20 januari 1993.



Hierdoor werd de vordering van de BELGISCHE STAAT, appellant teruggebracht tot :



- bijvoeglijke rechten wegens het resterende verzuim van roerende goederen ten

  bedrage van 1.908.997 BEF :                                                                17.091,39 EUR (689.465 BEF)

- verminderde boete :                                                                              3.396,14 EUR (137.000 BEF)

- verhoging verminderde boete wegens vordering bij dwangbevel :              1.698,07 EUR (68.500 BEF)

- wettelijke interesten :                                                                                                pro memorie

- kosten betekening dwangbevel :                                                              110,66 EUR (4.464 BEF)

- gerechtskosten :                                                                                                        pro memorie



Op 25 oktober 1993 werd voor de voormelde herziene bedragen ten laste van geïntimeerde bij exploot van gerechtsdeurwaarder J. H., met standplaats te T., uitvoerend beslag op roerende goederen gelegd.



1.5. - Bij dagvaarding betekend op 9 november 1993 bij exploot van gerechtsdeurwaarder C. V., met standplaats te L., heeft geïntimeerde verzet aangetekend tegen voormeld dwangbevel en vordert hij te zeggen voor recht dat ten onrechte werd overgegaan tot het vestigen van een bijkomende aanslag van 17.091,39 EUR (689.465 BEF), meer boetes en interesten op de aan geïntimeerde toekomende nalatenschap van wijlen zijn zuster, M. H. A. M. H., geboren te G. op 17 februari 1951 en er overleden op 21 mei 1988, en het verbod op te leggen aan appellant verder uitvoeringsmaatregelen te nemen ten laste van geïntimeerde op basis van het dwangbevel van de heer G. L. van 19 mei 1992.



1.6. - Bij tussenvonnis uitgesproken door de vijfde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt op 9 oktober 1995, werd geïntimeerde verzocht te bewijzen hoeveel aan de decujus werd uitbetaald ingevolge de verkopen van de onroerende goederen. Aan appellant werd gevraagd om de rechtbank in te lichten omtrent de reden waarom de aanvullende successierechten van 20.091,65 EUR (810.495 BEF) gevorderd bij dwangbevel achteraf bij uitvoerend beslag op roerende goederen werd herleid tot 17.091,39 EUR (689.465 BEF). Bovendien, werd aan geïntimeerde toegelaten te bewijzen door alle middelen van recht, getuigen inbegrepen, dat wijlen H. M. H. A. M. na 17 mei 1986 een reeks verbeteringen liet aanbrengen aan haar woning te G., bestaande onder meer uit :



- aankoop en plaatsing van buitenramen en deuren (dubbele beglazing);

- de aankoop en plaatsing van nieuw haardvuur FLAM toestel;

- nieuwe verwarmingstoestellen heeft laten plaatsen;

- een volledige vernieuwde elektriciteitsinstallatie;

- aankoop en plaatsing van een volledig eiken keuken met apparaten;

- volledig nieuwe sanitaire installatie - badkamer en wc's;

- nieuwe veranda volledig in glas;

- plaatsen van eiken binnendeuren.

Appellant werd tenslotte toegelaten tot het tegenbewijs met dezelfde middelen.



1.7. - In antwoord op de door de eerste rechter gestelde vraag met betrekking tot de herleiding van de aanvankelijk gevorderde successierechten ten bedrage van 20.091,65 EUR (810.495 BEF) tot 17.09139 EUR (689.465 BEF), verwees appellant naar de derde bijvoeglijke aangifte van nalatenschap van mevrouw M. H. A. M. H., ingediend op 5 november 1992 door F. H. en ingeschreven onder nr. 89.211quater : door indiening op 5 november 1992 door geïntimeerde van een bijvoeglijke aangifte van nalatenschap werden reeds de verzuimen van de onroerende goederen hersteld. De daarop verschuldigde bijvoeglijke rechten, boeten en interesten weden door geïntimeerde betaald op 20 januari 1993 en bijgevolg afgetrokken van de oorspronkelijk berekende bijvoeglijke sommen.



Rekening houdend met de voorgelegde afrekening van de verkoopsopbrengst van het huis te G., werd de belastbare grondslag inzake die opbrengst van 1.400.000 BEF (34.705,09 EUR) herleid tot 18.726,17 EUR (755.412 BEF) of (2.800.000 BEF - 1.256.176 BEF - 15.000 BEF - 18.000 BEF) : 2, zodat het totaal van de bijkomende belastbare grondslag diende vastgesteld op 1.908.997 BEF - (1.400.000 BEF - 755.412 BEF) = 31.343,88 EUR (1.264.409 BEF). Door geïntimeerde werd tevens aangetoond dat er met betrekking tot de schatting van de roerende goederen in de inventaris van 14 januari 1986 niet met 895.355 BEF (22.195,27 EUR) doch met slechts 732.955 BEF (18.169,48 EUR) diende rekening te worden gehouden. De administratie herleidde haar vordering dan ook uiteindelijk tot een resterend verzuim van 1.264.409 BEF - 162.400 BEF = 27.318.09 EUR (1.102.009 BEF).



1.8. - Blijkens het proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 maart 1996 verklaarde de heer R. D. het volgende :

"Ik ben geen familie noch in dienst van partijen.

Ik woon naast onderhavige woning.

Ik kan bevestigen dat de opgesomde werken door H. M.-H. werden uitgevoerd na genoemde datum. Gedurende de werken kwam ik al eens in de woning. Ik sprak daar regelmatig met haar vriend, de genaamde J.-P.".



De tweede getuige, m.n. de heer M. B., verklaarde het volgende :

"Ik ben geen familie noch in dienst van partijen. In 1994 vroeg de toenmalige raadsman van eiser mij om de waarde te ramen van voordien uitgevoerde werken.

Alsdan heb ik vastgesteld dat de opgesomde werken werden uitgevoerd en dit zeer recent.

In wiens opdracht deze werken werden uitgevoerd weet ik niet. ".



1.9. -Bij tussenvonnis van 23 december 1996 werd als bewezen aangezien dat er aan de woning van de decujus na de verkopen aanzienlijke werken werden uitgevoerd en werd geoordeeld dat de door een getuige-architect voordien geraamde kostprijs van  38.606,94  EUR (1.557.400 BEF) als verantwoord voorkomt. Om vergissingen te voorkomen in de berekening werd appellant uitgenodigd standpunt in te nemen over het gebeurlijk bestaan van een resterend verzuim en over het bedrag ervan.



1.10. - In antwoord op deze vraag verwees appellant in zijn conclusie na tussenvonnis neergelegd op 29 januari 1997 naar blz. 6 van eerder neergelegde besluiten.



Het bestreden eindvonnis uitgesproken door de vijfde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt op 23 maart 1998 stelt evenwel vast dat in de afrekening op blz. 6 van de op 14 februari 1994 neer­gelegde besluiten geen rekening werd gehouden met hetgeen achteraf in de tussenvonnissen werd weerhouden. Door de eerste rechter werd dan ook aangenomen dat er geen verzuim in hoofde van geïntimeerde kan worden weerhouden, zodat het ingestelde verzet volledig gegrond werd verklaard en appellant in de kosten werd verwezen.



1.11. - Tegen dit eindvonnis alsook tegen de twee tussenvonnissen stelde appellant hoger beroep in bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van dit Hof op 17 september 1998.



Appellant legde een conclusie neer op 26 maart 1999.



De zaak werd ambtshalve van de algemene rol weggelaten op 3 december 2002, overeenkomstig artikel 730, §2.a), tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.



De zaak werd ingevolgde een door appellant op 20 september 2007 ingediend verzoek opnieuw op de algemene rol ingeschreven.



Op voormelde datum legde appellant tevens een verzoekschrift overeenkomstig artikel 747, §2, Ger. W. neer.



1.12. - In de akte van hoger beroep en in beroepsbesluiten neergelegd op 26 maart 1999 bleef appellant voorhouden dat door geïntimeerde geen tegenbewijs van het wettelijk vermoeden van artikel 108 W. Succ., werd geleverd en in het bijzonder geen bewijs werd geleverd dat de uitgaven met de verkoopsopbrengsten werden betaald.



In syntheseconclusies neergelegd op 28 februari 2008 leidt appellant daaruit af dat het geïntimeerde was die er alle belang bij had om de zaak in staat te stellen, hetgeen hij nagelaten heeft te doen, hetgeen blijkt uit het feit dat appellant een verzoekschrift overeenkomstig artikel 747, §2, Ger. W. heeft moeten neerleggen. Verder stelt appellant dat artikel 6 EVRM geen toepassing vindt in fiscale zaken en dat de houding van geïntimeerde zelf (weigeren het vereiste tegenbewijs te leveren, de zaak laten aanslepen door geen besluiten neer te leggen) in belangrijke mate heeft bijgedragen tot het rekken van de zogenaamde redelijke termijn. Er kan bijgevolg geen sprake zijn van het verval van de vordering van appellant. Appellant wijst er ten gronde op dat de Staat ingevolge de bepalingen van artikel 108 W. Succ., geen bewijslast draagt omdat zijn vordering op een wettelijk vermoeden van verzuim steunt. De administratie moet dus enkel het bewijs leveren van de akte die door de wet bedoeld wordt als grondslag van het wettelijk vermoeden. Zodra dit bewijs geleverd is, moet het bestaan van de betwiste goederen in de nalatenschap als bewezen worden beschouwd. Indien de erfgenamen, legatarissen of begiftigden zich aan de belasting willen onttrekken, moeten zij bewijzen dat het wettelijk vermoeden onjuist is, d.w.z. moeten zij het tegenbewijs leveren. Ter zake beroept de administratie zich, voor de toepassing van artikel 108 W. Succ., op de notariële verkoopakten verleden voor notarissen D. en T. op respectievelijk 17 mei 1986 en 28 december 1987 alsook op de inventaris voorafgaand aan de echtscheiding met onderlinge toestemming verleden voor notaris D. op 14 januari 1986. De administratie behoort niet het bewijs te leveren dat het aan de overledene toekomend geld nog in diens vermogen voorhanden is bij het overlijden, doch de erfgenamen moeten bewijzen dat het geld daarin niet meer voorhanden is, of dat het weder belegd werd in activa die in de aangifte van nalatenschap reeds werden aangegeven. Loutere beweringen of onderstellingen kunnen niet als tegenbewijs gelden, evenmin als een eenvoudige ontkenning. Het enige middel om de begroting van de ambtshalve aanslag te betwisten is de indiening van een aangifte van nalatenschap waarin de verzuimde goederen worden aangegeven en door de erfgenamen worden begroot. Bij gebrek aan dergelijke aangifte kan geen aftrek wegens vetusteit van de roerende goederen worden weerhouden. Geïntimeerde laat bovendien na het bewijs te leveren dat de uitgaven betaald werden met de verkoopsopbrengsten, zelfs al wordt de uitvoering van de kwestieuze werken niet betwist. Er worden evenwel geen facturen voorgelegd noch de namen van enige aannemer vermeld. Appellant merkt te dezen ook op dat uit de door geïntimeerde ingediende derde bijvoeglijke aangifte van nalatenschap van 5 november 1992 blijkt dat de overledene slechts eigenaar was voor 1/4 volle eigendom in het woonhuis te G. en dat het bijgevolg niet evident is dat zij op eigen initiatief werken liet uitvoeren om deze dan zelf ook integraal te bekostigen. Het vermoeden van betaling door de overledene is des te meer twijfelachtig wanneer men uitgaat van haar aandeel in de verkoopsopbrengsten (1.280.412 BEF of 31.740,58 EUR) en haar genoten maandelijkse toelage (18.000 BEF of 446,21 EUR). Van haar aandeel in de verkoopsopbrengsten of 1.280.412 BEF (31.740,58 EUR) zouden de uitgaven voor aankoop van de personenwagen Austin-Metro, hetzij 250.000 BEF (6.197,34 EUR) en de uitgaven voor uitgevoerde verbeteringswerken, hetzij 1.557.400 BEF (38.606,94 EUR) of in totaal 1.807.400 BEF (44.804,28 EUR) dienen te worden afgetrokken, hetgeen een tekort aan 526.988 BEF (13.063,69 EUR) geeft. De neergelegde aangifte van nalatenschap vermeldt daarentegen een positief saldo op de rekening CERA ten bedrage van 611.358 BEF (15.155,17 EUR), terwijl van enige lening geen sprake is. De verbeteringswerken aan de woning te M., bestond uit de aan­koop en plaatsing van buitenramen en deuren, plaatsing van nieuw haardvuur en verwarmingstoestellen, vernieuwing van de elektriciteitsinstallatie, aankoop en plaatsing van een volledige eiken keuken met apparaten, nieuwe sanitaire installatie, nieuwe veranda in glas en plaatsen van eiken binnendeuren. Geïntimeerde brengt enkel gissingen, veronderstellingen aan met betrekking tot de financiering van al deze werken. Er wordt geen enkel rekeninguittreksel voorgebracht, waaruit enige betaling zou blijken. Tenslotte, zelfs indien nieuwe bewijselementen voor het Hof zouden worden bijgebracht, dan nog zou geïntimeerde tot de kosten van het geding moeten worden veroordeeld, gezien het niet voorleggen van de bewijzen aan de administratie, een nutteloos geding heeft veroorzaakt. Appellant besluit derhalve tot de vernietiging van de bestreden vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt van 23 maart 1998, 9 oktober 1995 en 23 december 1996, de afwijzing van de eisen van geïntimeerde en zijn veroordeling tot alle gedingkosten, en het vaststellen van de herleiding van de vordering van de administratie tot 17.091,39 EUR bijvoeglijke successierechten en een totale boete wegens verzuim alsmede wegens invordering bij dwangbevel van 5.094,21 EUR, te vermeerderen met de wettelijke interesten en de vervolgingskosten.



1.13. - In zijn syntheseconclusies neergelegd op 15 resp. 19 mei 2008 voert geïntimeerde aan dat de vordering van appellant vervallen is wegens de overschrijding van de redelijke termijn voorzien in artikel 6 EVRM doordat de vordering gedurende +/- 8 jaar stil heeft gelegen en haar belang verloren heeft. Het behoorde niet aan geïntimeerde om de zaak, waarin tegen hem een veroordeling wordt gevorderd, te laten vaststellen. Geïntimeerde meent dan ook dat appellant artikel 6 EVRM miskend heeft en dat deze miskenning het verval van zijn vordering en de ongegrondheid van zijn hoger beroep tot gevolg heeft. Minstens zouden er, voor zover in hoger beroep tegen geïntimeerde een veroordeling zou worden uitgesproken, slechts interesten vanaf 20 september 2007 op de toegekende sommen kunnen worden toegewezen, nl. vanaf de datum van herinschrijving van de zaak op de algemene rol. Geïntimeerde werpt verder op dat het resterend verzuim van 27.318,09 EUR (1.102.009 BEF) nog steeds ten onrechte als grondslag voor de berekening van de bijvoeglijke rechten wordt aangewend. Appellant laat immers na een aftrek wegens vetusteit op de waarde van de roerende goederen toe te passen, hoewel de weerhouden waardeschatting twee jaar voor het overlijden geschiedde en het voornamelijk om meubels, elektrische toestellen en sierstukken gaat waarvan mag worden aangenomen dat zij een levensduur van tien jaar hebben. De bestanddelen van het belastbaar actief dient, inderdaad, te worden belast op basis van de verkoopwaarde bij het overlijden van de decujus. Er dient bijgevolg een aftrek voor vetusteit te worden weerhouden, in billijkheid te ramen op 1.239,47 EUR (50.000 BEF). De weerhouden aanslag dient dan ook in ieder geval te worden verminderd tot 26.078,40 EUR (1.052.000 BEF). Het staat voor het overige vast dat er voor 38.606,94 EUR (1.557.400 BEF) werken aan de woning gelegen te M.,  werden uitgevoerd. Wijlen mevrouw M. H. A. M. H. beschikte slechts over een zeer bescheiden inkomen en leed aan een ernstige vorm van depressie, die hoge medische kosten vereiste. De werken werden grotendeels door een vriend van wijlen mevrouw M. H. A. M. H. uitgevoerd. Facturen werden uitgeschreven op naam van de firma C.I. met het oog op de recuperatie van de btw. Gedurende de laatste drie jaar van haar leven werden geregeld belangrijke bedragen op andere rekeningen overgemaakt. Uit voormelde gegevens leidt geïntimeerde af dat de verkoopsopbrengsten van de onroerende goederen werden aangewend voor de uitvoering van de werken aan de voormelde woning. Wijlen mevrouw M. H. A. M. H. was weliswaar slechts voor 1/4 volle eigenaar van dit pand, maar zij had de wettelijke garantie dat ze er mocht verblijven tot bij haar overlijden. Geïntimeerde is dan ook van oordeel dat hij het vermoeden ingevoerd bij artikel 108 W. Succ., wel degelijk volgens de regels van het gemeen recht en niet door gissingen en veronderstellingen weerlegt. Geïntimeerde besluit derhalve in hoofdorde tot de vaststelling van de miskenning van artikel 6 EVRM en dienvolgens het verval van de vordering van appellant, in ondergeschikte orde de ongegrondheid van het hoger beroep en in uiterst ondergeschikte orde te zeggen voor recht dat op de bedragen waarvoor geïntimeerde desgevallend zou veroordeeld worden enkel wettelijke interesten kunnen worden toegekend vanaf 20 september 2007, nl. vanaf de datum van wederinschrijving van de zaak op de algemene rol, en in dit geval de kosten bij helften te verdelen.



2. Beoordeling :



2.1. Over het ingeroepen verval van de vordering :



2.1 .1 . - Geïntimeerde beroept zich ten onrechte op de voorschriften van artikel 6 EVRM.



Niet alleen legt deze verdragsbepaling alleen verplichtingen op in hoofde van de verdragsluitende staten en niet van de gedingvoerende partijen (vgl. o.a. : E., B. t. België, 4 november 2008, www.echr.coe.int), doch bovendien zijn noch artikel 6 EVRM noch artikel 14 IVBPR van toepassing op de geschillen over rechten en verplichtingen in belastingzaken, tenzij de rechtspleging in belastingzaken leidt of kan leiden tot een naar aanleiding van een strafvordering uitgesproken straf in de zin van die bepalingen, hetgeen in de kwestieuze zaak niet het geval is (zie : Cass., 23 januari 1992, Arr. Cass. 1991-92, 471, Bull. 1992, 453, Bull. Bel. 1994, 2720, F.J.F. 1992, 249, Pas. 1992, I, 453; Cass., 20 april 1990, Arr. Cass. 1989-90, nr. 490).



Bovendien, machtigt artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden de rechter, die de overschrijding van de redelijke termijn zou vaststellen, niet om deze overschrijding te sanctioneren door de omvang van de burgerlijke veroordeling te verminderen (zie : Cass., AR P. 05.0780. F, 2 november 2005, J.T. 2006, 76, Pas. 2005, 2089, T. Strafr. 2006, 207, noot).



2.1.2. - Ten overvloede dient te worden opgemerkt dat de stelling als zou een subjectief recht vervallen, minstens niet meer kunnen ingeroepen worden, wanneer het gedrag van de titularis van dat recht met dit subjectief recht onverenigbaar is, geen algemeen rechtsbeginsel is (Cass., 17 mei 1990, Arr. Cass. 1989-90, p. 1188, Pas. 1990, I, p. 1061, R.W. 1990-91, p. 1085-1087, R.C.J.B. 1990, p. 595, met noot J. H., 'À propos de l'extinction d'un droit subjectif par suite du comportement de son titulaire'; zie ook S. S., 'La rechtsverwerking, fin d'une attente (dé)raisonnable', J.T., 1990, p. 685-690). Het aannemen van een houding die tegenstrijdig is met het uitgeoefende recht kan dan ook op zichzelf geen reden zijn om een wederpartij te ontslaan van zijn wettelijke verplichtingen (vgl. Cass., 5 juni 1992, Arr. Cass. 1991-92, p. 941, Pas. 1992, I, p. 876, R. Cass. 1992, p. 212, met noot M.E. S., 'Repelsteeltje, de windmolen en de zwaanridder; of het hof van Cassatie en de rechtsverwerking"). Uit het enkel verloop van tijd of uit een met een recht objectief onverenigbare houding mag dan ook geen afstand van recht noch tenietgaan van een wettelijke verplichting in hoofde van geïntimeerden mag worden afgeleid.



2.2. Over de vastgestelde verzuimen :



2.2.1. - Naar luid van artikel 47 van het Wetboek der Successierechten mag het bestuur, bij niet-inlevering van aangifte binnen de bepaalde termijn, van ambtswege, behoudens latere regeling, het bedrag der verschuldigde sommen begroten en de invordering er van vervolgen overeenkomstig artikel 142 W. Succ.



Door het bestuur werd in casu o.a. vastgesteld dat door geïntimeerde verzuimd werd om roerende goederen, geschat in de inventaris echtscheiding onderlinge toestemming verleden voor notaris D. op 14 januari 1986, aan te geven.



Het bestuur was derhalve gerechtigd om een ambtshalve aanslag te vestigen en een dwangbevel uit te vaardigen waarin de belastbare grondslag door hem werd bepaald.



In dit geval hebben de erfgenamen geen ander verhaal dan het indienen van een regelmatige aangifte van nalatenschap, waarin de verzuimde goederen worden aangegeven en door de erfgenamen worden begroot, en die het voorwerp zal uitmaken van een controle door de administratie. De erfgenamen kunnen geen verzet aantekenen tegen het dwangbevel om de enkele reden dat zij de door de fiscus aangenomen aanslagbasis voor de rechtbank wensen te betwisten noch kunnen zij aan de rechter vragen om de weerhouden grondslag te verifiëren (zie R.P.D.B., V° Succession (Droit de), nr. 1098).



Het bestreden tussenvonnis van 9 oktober 1995 heeft dan ook met schending van de artikelen 47 en 108 W. Succ., een aftrek wegens vetusteit van de verzuimde aan te geven roerende goederen ten bedrage van 1.239,47 EUR (50.000 BEF) aangenomen.



2.2.2.- Artikel 108, eerste lid, van het Wetboek der Successierechten bepaalt het volgende :

"De eis tot betaling van de rechten van successie en van overgang bij overlijden, alsmede van de boeten wegens gebrek aan aangifte of wegens niet-aangifte van enig roerend of onroerend goed, is, tot levering van het tegenbewijs, voldoende vastgesteld bij de door de afgestorvene te zijnen bate of op zijn verzoek verleden akten van eigendom.

Edoch, ten opzichte der roerende goederen waarop artikel 2279 van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft, bestaat het door vorige alinea gevestigd wettelijk vermoeden slechts op voorwaarde dat de akten niet reeds sedert meer dan drie jaar voor het overlijden bestaan; in het tegenovergesteld geval, kan het bestaan van bedoelde akten door het bestuur enkel ingeroepen worden als een element van vermoeden, overeenkomstig artikel 105.".



Krachtens artikel 108 W. Succ., bestaat er dus een wettelijk vermoeden dat het aandeel van de overledene in de (door geïntimeerde niet aangegeven) verkoopsopbrengsten op de dag van haar overlijden nog steeds tot haar vermogen behoorde.



Het wettelijk vermoeden dat wordt beoogd door artikel 108 W. Succ., kan worden weerlegd met alle middelen van gemeen recht, maar het bewijs moet worden geleverd aan de hand van positieve en controleerbare gegevens. Loutere verklaringen en veronderstellingen die door geen enkel controleerbaar element worden gestaafd maken uiteraard geen andersluidend bewijs uit ten aanzien van het wettelijk vermoeden.



Het feit zelf van de uitvoering van werken aan de woning van de overledene wordt door appellant niet betwist en er kan aan de getuigenverklaringen geen andere of verder reikende draagwijdte worden verleend dan dat bepaalde werken wel degelijk aan de woning van de overledene werden uitgevoerd.



Door het Hof dient evenwel te worden vastgesteld dat de overledene slechts voor 1/4 volle eigenaar was van kwestieus eigendom en dat er geen enkel stuk voorhanden is, waaruit zou blijken dat zij enige toestemming had verkregen van de andere eigenaars om de werken uit te voeren laat staan dat onderling zou zijn afgesproken dat deze werken door de overledene volledig ten laste zouden worden genomen mits toelating om in de eigendom verder (kosteloos) te mogen wonen. Bovendien, zou aan de hand van de beweerde uitgaven en rekening houdende met de beweerde beperkte financiële middelen van de overledene tot het besluit moeten worden gekomen dat de nalatenschap deficitair zou moeten zijn, hetgeen echter niet het geval blijkt te zijn vermits er op een rekening bij de C.-b. nog een tegoed van 15.155,17 EUR (611.358 BEF) bleek te zijn.



Het is verder ook opmerkelijk te moeten vaststellen dat geen enkele factuur op naam van de overledene kan worden voorgelegd, hoewel de voorgehouden verbeteringswerken de levering en plaatsing van tal van materiaal zou hebben moeten veronderstellen, zoals o.a. buitenramen, deuren, elektriciteitsinstallatie, eiken keuken met apparaten, sanitaire installatie, veranda en eiken binnendeuren.



Door geïntimeerde kan slechts een enkele factuur op naam van C. I. worden voorgelegd en dan nog voor een beperkt bedrag van 326,62 EUR (13.176 BEF), dan wanneer de waarde van de verbeteringswerken op verzoek van geïntimeerde op een bedrag van 38.606,94 EUR (1.557.400 BEF) werden geraamd (zie schattingsverslag van architect M. B. van 22 september 1994). Er kan door geïntimeerde evenmin enig bewijs worden voorgelegd waaruit zou blijken dat de overledene de door haar vriend uitgevoerde werken zou hebben vergoed, minstens de geleverde materialen zou hebben betaald of terugbetaald.



Geïntimeerde blijft derhalve in gebreke om de door appellant vastgestelde verzuimen te weerleggen.



2.3. Over de moratoire interesten :



2.3.1. - Een dwangbevel vormt enerzijds de titel van de belastingschuld van een belastingplichtige (het zogenaamde "declaratieve karakter van een dwangbevel") en anderzijds de titel op grond waarvan een gedwongen tenuitvoerlegging door de Belgische Staat kan plaatsvinden (het zogenaamde "executoire karakter van een dwangbevel") (E. Krings, "Toepassing van het Gerechtelijk Wetboek in fiscale geschillen", in Actuele problemen van fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, 1989, p. 198; J. Van Houtte, Beginselen van het Belgisch belastingrecht, Gent, E. Story-Scientia, 1979, p. 536, nr. 673; R.P.D.B., V° Succession (Droit de), nr. 1647).



Een dwangbevel vormt m.a.w. de eerste rechtsdaad waardoor het bestaan, in casu van een schuldvordering uit hoofde van aanvullende successierechten, ten laste van een bepaalde belastingplichtige in een wettelijke vorm wordt vastgesteld.



Naar luid van artikel 1421 van het Wetboek der Successierechten geschieden de vervolgingen en gedingen door de Staat of de belastingplichtige in te spannen tot verkrijging van de betaling of van de teruggaaf van rechten, interesten en boeten, op de wijze en volgens de vormen vastgesteld in zake registratie, voor zoveel er door dit wetboek niet van afgeweken wordt.



Artikel 221 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten bepaalt dat de tenuitvoerlegging van het dwangbevel slechts kan worden gestuit door een vordering in rechte. Overeenkomstig artikel 223 van ditzelfde wetboek zijn de moratoire interesten op de in te vorderen of terug te geven sommen verschuldigd naar de voet en de regelen in burgerlijke zaken vastgesteld.



Voormelde interesten zijn krachtens artikel 81 W. Succ., van rechtswege verschuldigd te rekenen vanaf het verstrijken van de onder de eerste alinea van artikel 77 W. Succ., bedoelde termijn, hetzij zeven maanden (5 maanden aangiftetermijn + 2 maanden) na de datum van het overlijden, d.i. in casu vanaf 21 december 1988 (datum van overlijden 21 mei 1988).



Dit de samenhang van voormelde wetsartikelen volgt dat de loop der interesten niet geschorst wordt door de vordering in rechte en voor de duur van de berechting van deze vordering en bijgevolg dat zowel appellant als geïntimeerde belang hadden bij een spoedige behandeling en berechting van de door geïntimeerde ingestelde vordering. De tenuitvoerlegging van het dwangbevel werd immers gestuit door de door geïntimeerde ingestelde vordering, doch langs de andere kant blijven de moratoire interesten doorlopen zolang geen betaling door de belastingplichtige wordt uitgevoerd.



Geïntimeerde wrijft appellant geen fout aan met betrekking tot zijn proceshouding in eerste aanleg, doch wel in zoverre in hoger beroep door appellant hoger beroep werd ingesteld op 17 september 1998, een eerste conclusie op 26 maart 1999 werd neergelegd om daarna niets meer te ondernemen gedurende acht jaar, hetzij tot het verzoek tot herinschrijving van de zaak op de algemene rol van 20 september 2007 en het verzoek tot bepaling van conclusietermijnen en van de rechtsdag van dezelfde datum.



Door het Hof dient te worden vastgesteld dat appellant, inderdaad, hoger beroep heeft ingesteld bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van dit Hof op 17 september 1998, een conclusie heeft neergelegd op 26 maart 1999, dat de zaak op de zitting van 3 december 2002 ambtshalve van de algemene rol werd weggelaten overeenkomstig artikel 730, §2, a), tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, dat appellant tot 20 september 2007 heeft gewacht alvorens een verzoekschrift tot herinschrijving op de algemene rol neer te leggen, op dezelfde datum een verzoekschrift overeenkomstig artikel 747, §2, Ger. W. heeft neergelegd, en dat geïntimeerde slechts, na de beschikking van 13 november 2007 waarbij de conclusietermijnen werden bepaald, op 15 januari 2008 een eerste beroepsconclusie heeft neergelegd.



Uit de vorenstaande vaststellingen blijkt dat zowel appellant als geïntimeerde grovelijk nalatig zijn geweest bij de in staatstelling van de zaak in hoger beroep, en dit terwijl zij beide evenzeer belang hadden om een verzoekschrift bij toepassing van artikel 747, §2, van het Gerechtelijk Wetboek neer te leggen teneinde de procesgang te bespoedigen.



Beide procespartijen hebben de plicht loyaal mee te werken aan een vlotte afhandeling van hun geschil. Het aannemen van een passieve houding is foutief, wanneer zij ertoe leidt dat de opgelopen vertraging in de afhandeling van de zaak de andere partij zwaarder belast dan bij een normale afhandeling binnen redelijke termijn. De inertie van appellant heeft tot gevolg dat de interesten zich nutteloos hebben opgehoopt. Deze schade is evenwel ook in bepaalde mate te wijten aan de schuldige houding van geïntimeerde, die zulks had kunnen vermijden door toepassing te maken van de hem door de wet ter beschikking gestelde middelen om de behandeling van de zaak te activeren.



2.3.2. - De compensatoire interest strekt tot vergoeding van de schade die de benadeelde lijdt ten gevolge van de vertraging waarmee de aansprakelijke derde de schade heeft vergoed. In zoverre die vertraging te wijten is aan de schuld of de nalatigheid van de benadeelde, heeft deze niet het recht de vergoeding ervan te vorderen, ook al heeft de aansprakelijke derde ten gevolge van die vertraging geen schade geleden (Cass., 18 september 1996, A.C., 1996, 316, Pas., 1996, I, 316; Cass., 17 mei 1989, A.C., 1988-89, p. 1094, Pas., 1989, I, p. 986, Verkeersrecht, 1990, p. 205-206).



Deze oplossing geldt eveneens voor moratoire interesten. Krachtens artikel 1153, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, bestaat inzake verbintenissen die alleen betrekking hebben op het betalen van een bepaalde geldsom, de schadevergoeding wegens vertraging bij de uitvoering in de regel nooit in iets anders dan in de wettelijke interest. De vertraging kan bijgevolg, in zoverre die te wijten is aan de fout van de schuldeiser, niet leiden tot betaling van moratoire interest door de schuldenaar. De omstandigheid dat de schuldeiser op foutieve wijze nalaat de procedure tot invordering van de achterstallen af te wikkelen, kan evenwel alleen een beperking van de moratoire interest meebrengen en niet een totale bevrijding van betaling van interest. De schuldenaar is immers, behoudens het bestaan van een vreemde oorzaak, in gebreke door het loutere feit van de niet-uitvoering van zijn verplichting tot betaling op de vervaldag of, in elk geval, op het ogenblik van de ingebrekestelling (Cass., AR C.01.0272.F, 17 oktober 2002, Arr. Cass., 2002, 2208, Pas., 2002, 1974, Rev. trim. dr. fam., 2003, 585, T.B.B.R., 2003, 454; vgl. Cass., 27 juni 1994, AC., 1994, p. 663: Pas., 1994, I, p. 653, R.W., 1994-95, p. 916).



Voormeld beginsel is derhalve van toepassing zowel op interesten verschuldigd op geldschulden als op interesten verschuldigd op waardeschulden.



Door het Hof dient te worden vastgesteld dat de procedure ingevolge de foutieve inertie van zowel appellant als van geïntimeerde gedurende 8,5 jaar heeft stilgelegen. De door geïntimeerde geleden schade dient ex aequo et bono, bij gebrek aan andere objectieve gegevens om deze te begroten, en rekening houdende met zijn eigen fout te worden vergoed door een schorsing van de loop der moratoire interesten te voorzien gedurende vier jaar, hetzij vanaf 3 december 2002 (datum van weglating van de zaak van de algemene rol) tot 3 december 2006.



2.4. Omtrent de gerechtskosten :



leder eindvonnis moet, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwijzen, behalve in de bij de wet bepaalde uitzonderingen (artikel 1017, eerste lid, Ger. W.).



De veroordeling in de kosten is een rechtsgevolg van de beslissing over de grond van het geschil.



In casu wordt geïntimeerde in het ongelijk gesteld met betrekking tot de grond van het geschil. De beslissing omtrent de loop der interesten doet hieraan niets af. De gemaakte gerechtskosten zijn niet het gevolg van enige fout van appellant en houden geen verband met de inertie, die appellant gedurende bepaalde tijd tijdens de procesgang heeft aangenomen.



OM DEZE REDENEN :



HET HOF,



Recht doende op tegenspraak;



Gelet op artikel 24 van de wet van 15 juni 1935;



Verklaart het hoger beroep ontvankelijk en zoals hierna bepaald gegrond.



Doet de vonnissen uitgesproken door de vijfde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt op 9 oktober 1995, 23 december 1996 en 23 maart 1998 teniet, en opnieuw recht doende,



Verklaart het verzet tegen het dwangbevel opgemaakt en uitgevaardigd door de heer G. L., ontvanger a.i. der registratie te S.-T. op 19 mei 1992, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door A. W., gewestelijke directeur van de administratie van de btw, registratie en domeinen te Hasselt op 22 mei 1992, waarvan afschrift werd betekend door gerechtsdeurwaarder H. te T. op 1 juni 1992 en waarvoor dwangbevel tot vaststelling van verkoop tegen 26 november 1992 van gerechtsdeurwaarder F. D., loco C. V. te L. op 25 oktober 1993, ontvankelijk doch ongegrond.



Stelt vast dat geïntimeerde uit hoofde van de vastgestelde verzuimen nog bijvoeglijke successierechten ten bedrage van zeventienduizend eenennegentig euro en negenendertig cent (17.091,39 EUR) verschuldigd blijft, te vermeerderen met een totale boete ten bedrage van vijfduizend vierennegentig euro en eenentwintig cent (5.094,21 EUR), en met de moratoire interesten vanaf 21 december 1988 tot 3 december 2002 (datum van weglating van de zaak van de algemene rol) en van 3 december 2006 tot de datum van algehele betaling.



Veroordeelt geïntimeerde tot de kosten van beide instanties, begroot aan de zijde van de Belgische Staat op driehonderd drieënvijftig euro en vijfentwintig cent (353,25 EUR) voor rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg, en tweeduizend euro (2.000 EUR) voor rechtsplegingsvergoeding hoger beroep.



Aldus gedaan en uitgesproken in openbare terechtzitting van VIERENTWINTIG MAART TWEEDUIZEND EN NEGEN, waar aanwezig waren :

                                                                                                                                                      alleenzetelend raadsheer

(…)
Laatst gewijzigd door paul op 11 augustus 2009, 20:39, 1 keer totaal gewijzigd.
Omhoog

Gebruikersavatar
cardoman
Sr. Member
Sr. Member
Berichten: 316
Lid geworden op: 18 jul 2008
Locatie: Kortrijk

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door cardoman » 12 augustus 2009, 08:20

Langste quote op spaargids.be, prachtig. Wel moeilijk te verstane gerechtstekst.


Edit: zo'n lange quote heeft geen zin. Bovendien is het niet meer overzichtelijk. Vandaar dat ik hem verwijderd heb.
Laatst gewijzigd door Vaganzza op 12 augustus 2009, 08:25, 1 keer totaal gewijzigd.
Omhoog

Gebruikersavatar
robokat
VIP member
VIP member
Berichten: 2481
Lid geworden op: 03 jul 2007
Contacteer:
Contacteer robokat
Verstuur privébericht Website

Re: Domme vraag over termijnrekeningen (?)

  • Citeer

Bericht door robokat » 12 augustus 2009, 18:11

Voor wie de tekst niet helemaal wil lezen:

De persoon had 57.000 euro "vergeten" aan te geven, en moet hierop 17.000 euro extra successierechten betalen en 5.000 euro boete + verwijlintresten + gerechtsonkosten.

Dus niet knoeien met een aangifte van nalatenschap is de boodschap.
Omhoog

Plaats reactie
  • Afdrukweergave

21 berichten
  • 1
  • 2
  • Volgende

Terug naar “Kasbons en termijnrekeningen”

Ga naar
  • Sparen
  • ↳   Spaarrekeningen
  • ↳   Vraag het aan de financiële instelling
  • ↳   Vraag het aan Assuralia
  • ↳   Vraag het aan BinckBank
  • ↳   Vraag het aan Evi
  • ↳   Vraag het aan MeDirect
  • ↳   Vraag het aan MoneYou
  • ↳   Vraag het aan NIBC
  • ↳   Vraag het aan Rabobank.be
  • ↳   Kasbons en termijnrekeningen
  • ↳   Tak21
  • ↳   Pensioensparen
  • ↳   Langetermijnsparen
  • ↳   VAPZ
  • Beleggen
  • ↳   Fondsen en aandelen
  • ↳   Tak23
  • ↳   Obligaties, gestructureerde producten en andere types beleggingen
  • Betalen & Kaarten
  • ↳   Zichtrekeningen & Bankkaarten
  • ↳   Kredietkaarten
  • Lenen
  • ↳   Woonleningen / Hypothecaire leningen
  • ↳   Auto-, verbouwing-, persoonlijke en andere leningen
  • Verzekeringen
  • ↳   Auto / Brand / Hospitalisatie
  • ↳   Schuldsaldoverzekeringen
  • ↳   Andere verzekeringen (ziekenfondsen, …)
  • Spaargids
  • ↳   Aankondigingen
  • ↳   Besparingstips
  • ↳   Kroeg
  • Forumoverzicht
 

 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

& ontvang tips om te besparen
Spaargids logo

Blijf op de hoogte!

Vergelijken

  • Energie
  • Financiën
  • Telecom
  • Verzekeringen
  • Ziekenfondsen

Financiën vergelijken

  • Lenen
  • Sparen
  • Beleggen
  • Betalen
  • Verzekeringen

Info

  • Over Mijnvergelijker.be
  • Contact
  • Vacatures

Blijf op de hoogte!

Gemiddeld 320.783 bezoekers per maand, de laatste 6 maanden.
  • Privacybeleid
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Cookiebeleid
  • Privacy-instellingen
  • Hoe vergelijken we
  • Accessibility
DPG Media nv - Mediaplein 1, 2018 Antwerpen nr. 0432.306.234
Inschrijven voor de nieuwsbrief?

Blijf op de hoogte van recent nieuws, mogelijkheden om te besparen, interessante aanbiedingen, en andere tips via e-mail.

Wij respecteren uw privacy