Elektrische fietsen zorgen voor dure ongevallen
In vier op de tien ongevallen met materiële schade waarbij een fietser betrokken is, heeft de fietser voor meer dan 1.000 euro aan kosten. Dat komt door het hoge aantal koersfietsen en elektrische fietsen in het verkeer, blijkt uit een doorlichting die verzekeraar AG Insurance maakte van zijn fietsersverzekering.
Omdat fietsers met 14% van alle verkeersslachtoffers de tweede grootste groep slachtoffers op de weg vormen, lanceerde AG Insurance twee jaar geleden een verzekering voor fietsers, het Pack Fietser. Die verzekering dekt niet alleen de bijstand en de schade aan fiets en toebehoren, maar ook de lichamelijke schade die het gevolg is van een fietsongeval. Het gaat om de medische kosten en om de vergoedingen voor blijvende letsels en overlijden.
De analyse van de schadedossiers toont aan dat 60% van de ongevallen gebeurt zonder dat een derde partij erbij betrokken is. Het gaat om valpartijen die al dan niet veroorzaakt zijn door externe omstandigheden, zoals gladheid, putten in de weg, aanrijdingen met dieren, …
Bij de andere 40% van de ongevallen is wel een derde partij betrokken. In 55% van die gevallen gaat het om een botsing met een wagen, dat komt uit op 22% van het totaal aantal ongevallen. 17% van het aantal fietsongevallen gebeurt tussen fietsers.
Uit het onderzoek naar de gevolgen van een fietsongeval op materieel en lichamelijk vlak, blijkt dat bij 3 ongevallen op 4 de fiets beschadigd raakte. Bij 40% van de ongevallen met materiële schade bedroeg de vergoeding van de fiets meer dan 1000 euro. Dat komt door het stijgend succes van duurdere sportfietsen en van elektrische fietsen.
In meer dan 2 op de 3 ongevallen liep de fietser ook lichamelijke letsels op. In 1 ongeval op 7 waarbij er sprake is van lichamelijke schade, is het slachtoffer minstens 1 maand arbeidsongeschikt. In dat type dossier leidt 1 ongeval op 4 tot een vergoeding van minstens 1000 euro voor de medische kosten, na tussenkomst van het ziekenfonds. Het is nog te vroeg om ook cijfers met betrekking tot blijvende letsels te geven. Blijvende invaliditeit kan immers pas na meerdere jaren worden vastgesteld.
Wie de kosten betaalt, hangt af van het ongeval. In een ongeval met een voertuig, geniet de fietser het statuut van “zwakke weggebruiker”, wat impliceert dat de verzekeraar van de auto altijd alle lichamelijke schade en medische kosten van de fietser zal vergoeden, ook als de fietser in fout was.
In een ongeval met een andere fietser of een voetganger moet het slachtoffer dat de schade wil verhalen op de tegenpartij bewijzen dat de tegenpartij in fout was en zo het ongeval veroorzaakt heeft. In dat geval zal de familiale verzekering van de andere partij tussenbeide komen. Het is echter niet evident de fout van de andere partij aan te tonen. Een rechtsbijstandverzekering als aanvulling op de familiale verzekering kan daarbij een goede hulp zijn.
Wanneer het slachtoffer zelf het ongeval veroorzaakt heeft of wanneer er geen derde partij bij betrokken is, moet het slachtoffer zelf voor de kosten opdraaien. Hij kan eventueel beroep doen op de collectieve verzekering van de school of de werkgever, indien het ongeval op weg van en naar school of het werk plaatsvond, of op de verzekeringen die hij zelf heeft afgesloten, zoals hospitalisatie- of ongevallenverzekeringen of het Pack Fietser.
Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.