228, 20700

Lening met variabele rente zit fors in de lift

Lening met variabele rente zit fors in de lift

Ondanks de lage rente kiezen steeds meer mensen voor een woonlening met variabele rente. Bij BNP Paribas Fortis deed in juni al 21% dat, bij Belfius gaat het zelfs om zowat 30%. Anders gezegd: bij de staatsbank laat al bijna een op de drie kredietnemers de absolute zekerheid over zijn afbetalingen varen. Ook bij de vergelijkingssite Spaargids.be worden meer opzoekingen gedaan naar leningen met aanpasbare rente.

Wie kiest voor een lening met vaste rente weet gedurende de hele looptijd precies over hoeveel hij elke maand moet afbetalen. Wie daarentegen kiest voor een variabele rente heeft alleen zekerheid gedurende het eerste jaar. Nadien kan de rente stijgen of dalen. Afhankelijk van de gekozen formule bestaat dan een mogelijk tot aanpassen om het jaar, om de drie jaar of om de vijf jaar.

Door de sterke daling van het algemene rentepeil was er de voorbije jaren een vlucht naar een vaste rente. Veel kredietnemers kozen om die lage rente voor de hele looptijd van hun lening te betonneren.

Daarin is nu verandering gekomen. Volgens cijfers van de Beroepsvereniging van het Krediet koos in het tweede kwartaal van 2016 nog 90,79% van de kredietnemers voor een lening met vaste rente voor minstens tien jaar. Een jaar later was dat al licht gedaald tot 89,62%. En in het tweede kwartaal van 2018 bedroeg het nog 79,53%.

In juni kende de dalende belangstelling voor leningen met een vaste rente een opvallende versnelling.  Steeds meer kredietnemers waagden zich de voorbije maand aan een krediet met variabele intrest. “In  2016 hadden 6% van onze leningen een variabele rente.  In 2017 is dit percentage tot 15% gestegen.  En als wij naar de cijfers van dit jaar tot het eind juni kijken,  stijgt het aantal nog tot 17%. Voor de maand juni bedroeg dit zelfs 21%”, zegt BNP Paribas Fortis.

Bij Belfius is het aandeel woonkredieten met een variabele rentevoet zelfs gestegen van ongeveer 15% in januari tot ongeveer 30% in juni.

ING en KBC merken eveneens meer belangstelling op voor leningen met variabele rente, hoewel ze er geen concrete cijfers over geven.

En ook de vergelijkingssite Spaargids.be merkt meer interesse naar leningen met variabele rente. De bezoekers die zoeken op variabel maken nu bijna 17% van het verkeer, begin december was dat slechts 11%.

Tip: Vergelijk hier alle woonleningen

Dat er meer belangstelling komt voor formules met variabele rente komt wellicht omdat dergelijke leningen goedkoper zijn geprijsd. Dit is ook logisch. Banken lopen er minder risico’s mee. Als het rentepeil stijgt, kan het tarief van de lening mee omhoog. Bij een vaste rente is dat niet het geval. Hier zitten de financiële instellingen twintig jaar vast aan een laag tarief, terwijl ze voor het aantrekken van spaargeld meer zullen moeten betalen. Daarom ligt het tarief voor een lening met vaste rente ook hoger.

De keuze voor een lening van variabele rente levert dus meteen met zekerheid een tastbaar voordeel op. Het laat toe om een buffer op te bouwen voor het geval de rente in de toekomst toch zou stijgen.

Naast het onmiddellijk prijsvoordeel speelt de politiek van de Europese Centrale Bank een rol. Voorzitter Mario Draghi liet al verstaan dat zijn instelling al tot minstens na de zomer van 2019 de rente op het huidige peil gaat houden. Dat heeft tot gevolg van de banken zich al zeker tot dan goedkoop kunnen blijven financieren.

Ten slotte helpt ook de wetgever een handje. Wat de evolutie van de rente ook is, het tarief van een lening met variabele rente mag hoogstens verdubbelen. Wie nu een lening tegen bijvoorbeeld 1,80% kan afsluiten, zal zijn rente nooit boven de 3,60% zien klimmen.

Een voorbeeld: wie bijvoorbeeld een lening van 150.000 euro met vaste rente op 20 jaar wil sluiten en hiervoor een rente van 1,80% onderhandelt, moet maandelijks 743,67 euro betalen. Na 240 maanden geeft dat een totaalbedrag van 178.480,46 euro.

Wie kiest voor een lening met jaarlijkse aanpasbare rente kan misschien tegen 1,50% lenen. Dat geeft voor het eerste jaar een afbetaling van 723,11 euro.  Dat geeft een besparing van 20,56 euro per maand of 246,72 euro na het eerste jaar. Het jaar nadien kan de rente is het slechtste geval 1% - dit is wettelijk zo vastgelegd – tot 2,50%. Vanaf het derde jaar zou ze naar 3% (een verdubbeling) kunnen gaan. In het allerslechtste geval kan de maandlast dan stijgen tot 823,40 euro per maand. Na de hele looptijd komt de factuur als alles tegenzit uit op 196.016,40 euro.

Tip: Op zoek naar de voordeligste woonlening? Vergelijk hier.

 

 

Lees ook:

Andere tips over woonleningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.