Minder nieuwe woonleningen na piek van eind 2019

29 april 2020

Johan Van Geyte

In het eerste trimester van 2020 werden in ons land ongeveer 48.000 hypothecaire kredietovereenkomsten afgesloten voor een totaalbedrag van ongeveer 6,3 miljard euro. Dit is een daling met respectievelijk 22,5% en 24,5% in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar, blijkt uit een overzicht van de Beroepsvereniging van het Krediet.

De daling was vooral het gevolg van een verschuiving. Door het wegvallen van de woonbonus geven kredieten die sinds 1 januari 2020 in Vlaanderen worden toegestaan niet langer recht op een fiscaal voordeel. Daarom kozen veel kandidaat-kredietnemers ervoor om hun lening nog eind 2019 op te nemen.

De trend zet zich trouwens verder door. Het aantal kredietaanvragen lag in het eerste trimester 16% onder het peil van dezelfde periode vorig jaar. In bedrag was er een daling met ongeveer 10%. Er werden nog ongeveer 81.000 kredietaanvragen ingediend voor een totaalbedrag van iets meer dan 12,5 miljard euro.

Intussen blijven de kredietnemers wel genieten van lage rentevoeten. Volgens de Nationale Bank van België lagen die in februari tussen 1,59% (voor kredieten met een veranderlijke rentevoet en een initiële periode van rentevastheid tussen 5 en 10 jaar) en 2,07% (voor kredieten met een initiële rentevaste periode van meer dan 1 jaar en minder dan 5 jaar).

Het gemiddelde geleende bedrag voor de aankoop van een woning steeg in het eerste trimester verder tot 168.000 euro. Het gemiddelde bedrag voor een bouwkrediet bereikte bijna 177.000 euro. Het gemiddelde bedrag van de kredieten voor aankoop met verbouwing daalde daarentegen tot iets minder dan 190.000 euro.

Ongeveer 9 van de 10 kredietnemers kozen opnieuw voor een vaste rentevoet of een veranderlijke rentevoet met een initiële periode van rentevastheid van minimum 10 jaar. Slechts in 2,7% van de gevallen werd geopteerd voor een krediet met een jaarlijks veranderlijke rentevoet.