30% van de pensioenfondsen zitten in nauwe schoentjes

16 juni 2012

Drie op de tien Belgische pensioenfondsen heeft te weinig reserves, bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten(FSMA) heeft de betrokkenen aangemaand een herstelplan uit te werken. Voor 2012 wordt niet onmiddellijk beterschap verwacht.

De pensioenfondsen - niet te verwarren met pensioenspaarfondsen - zorgen voor een aanvullend pensioen voor werknemers. Ze beleggen hiertoe de premies die de werkgevers betalen in bijvoorbeeld aandelen en obligaties. Door de forse terugval van de beurzen zijn hun reserves echter aanzienlijk geslonken zodat de toekomstige uitbetaling van bijkomende pensioenen niet langer verzekerd is. Om dit recht te trekken, zijn bijvoorbeeld bijkomende stortingen van de bedrijven nodig. Uit een antwoord van minsister van Pensioenen Vincent Van Quickenborne (Open Vld) aan de kamer blijkt dat 66 van de zowat 220 pensioenfondsen eind 2011 een herstel- of saneringsplan had. De sterke stijging is volgens de FSMA hoofdzakelijk te wijten aan de daling van de beurzen. Aangezien pensioenfondsen een derde van hun reserves in aandelen beleggen, laat zich dit voelen bij de pensioenfondsen. Volgens de FSMA zal de situatie niet snel beteren, en zal 2012 ook een moeilijk jaar zijn.

Minister Van Quickenborne liet al weten dat de overheid de aanvullende pensioenen via pensioenfondsen niet zal waarborgen. Ook de wettelijke minimumrendementen voor groepsverzekeringen staan niet ter discussie en zullen niet verlaagd worden.

Reacties
Ondanks de forse stijging van het aantal herstelplannen ziet de FSMA geen serieuze problemen. "We treden proactief op en er zijn geen liquiditeitstekorten. Overigens zijn er veel minder herstelplannen dan in 2008, toen het er 115 waren", relativeert FSMA-woordvoerder Jim Lannoo.

Ook de vereniging van pensioenfondsen maakt zich geen grote zorgen. "Werkgevers storten meestal snel bij als er tekorten ontstaan", zegt voorzitter Philip Neyt.