282, 19720

Eén op de drie Vlamingen spaart meer dan 250 euro per maand

Eén op de drie Vlamingen spaart meer dan 250 euro per maand

Vlamingen blijven grote spaarders. Twee op de drie van hen slagen erin om op het einde van de maand wat geld opzij te zetten. Voor de anderen is dat moeilijker. Vooral vrouwen en arbeiders ondervinden de grootste moeite om te sparen.

Zowat 68% van de Vlamingen houdt op het einde van een doorsneemaand – dus zonder rekening te houden met eventueel extra vakantiegeld en een 13de maand – nog wat geld over om te kunnen sparen. Dat blijkt uit een online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Vacature.com bij 2.000 werkende Vlamingen tussen 18 en 65 jaar. Daaruit blijkt ook dat het gemiddelde (gezamenlijke) nettoloon uitkomt op 3.286 euro.

Ook geeft 17% van de Vlamingen aan maandelijks meer dan 500 euro van het gezamenlijk netto-gezinsinkomen opzij te kunnen zetten. 16% komt uit op 251 à 500 euro en 18% kan maandelijks maximaal 200 euro sparen. Tegelijkertijd geeft 33% aan helemaal niets te kunnen sparen.

Mannen versus vrouwen

Vrouwen (35%) geven vaker dan mannen (30%) aan dat ze op het einde van een maand niet kunnen sparen. Zo’n 19% van de mannen kan maandelijks meer dan 500 euro wegzetten, terwijl dat bij vrouwen slechts 14% bedraagt. Mannen kunnen gemiddeld op het einde van de maand 697 euro sparen, bij vrouwen is dat gemiddeld ongeveer 569 euro per maand. En voor alle duidelijkheid: die gemiddelden houden geen rekening met de Vlamingen die aangeven niet te kunnen sparen.

TIP: Laat het geld dat je maandelijks overhoudt maximaal renderen

Jong versus oud

Ook tussen de verschillende leeftijdscategorieën zijn er opvallende verschillen. Bij de 18- tot 34-jarigen slaagt 26% er niet in om te sparen op het einde van de maand. Bij de 35- tot 54-jarigen is dat ongeveer 36% en bij de oudste leeftijdscategorie (55 tot 65 jaar) is dat 34%. Opvallend is ook dat 22% van de jongeren toch vaker aangeeft dat ze meer dan 500 euro van hun (gezamenlijk) netto-gezinsinkomen kunnen sparen. Bij de 35- tot 54-jarigen is dat slechts 13%.

Arbeiders versus bedienden

Zowat de helft van de arbeiders (48%) kan op het einde van de maand geen geld opzijzetten. Dat is opvallend meer dan bij de bedienden (29%), ambtenaren (32%), onderwijzers (29%) of middenkaderleden (22%). En bij de arbeiders die wel nog kunnen sparen, ligt het bedrag bijna de helft lager dan bij bedienden. Arbeiders kunnen gemiddeld 372 euro van hun (gezamenlijk) netto-gezinsinkomen sparen, terwijl dat bij bedienden gemiddeld 630 euro is.

TIP: Haal extra opbrengst uit uw vakantiegeld

Lees ook:

- Een vijftienjarige op de acht heeft onvoldoende financiële kennis
- Ook met beperkt budget kan je investeren in vastgoed
- Hoe is mijn spaargeld gewaarborgd

Lees ook:

Andere tips over spaarrekeningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.