282, 22877

Regering neemt kosten pensioensparen en herfinancieringen onder de loep

Regering neemt kosten pensioensparen en herfinancieringen onder de loep

De nieuwe regering-De Croo gaat de kosten analyseren die banken en verzekeraars hun klanten aanrekenen. Het gaat voornamelijk om de kosten bij spaarformules voor de opbouw van een extra pensioenkapitaal en herfinancieringen van hypothecaire leningen. Indien nodig belooft ze maatregelen om de consument te beschermen.

“De kosten (instapkosten, beheerskosten, …) die in het kader van de tweede en derde pijler worden aangerekend door financiële instellingen worden in kaart gebracht, geanalyseerd en indien nodig worden er maatregelen genomen”, stelt het regeerakkoord.

 De tweede pijler omvat de aanvullende pensioenkapitalen die mensen tijdens hun beroepsloopbaan aanleggen. Bij werknemers gaat het vooral op groepsverzekeringen en deelnames in pensioenfondsen op bedrijfs- of sectorniveau. Bij zelfstandigen om het Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) en een individuele pensioentoezegging (IPT).

 De derde pijler omvat dan weer zaken als het klassieke pensioensparen en het langetermijnsparen.

Al deze formules zijn vrij populair. Ze bieden de mogelijkheid om een extra kapitaal aan te leggen tegen het moment dat men zijn actieve loopbaan vaarwel zegt zodat men na de pensionering makkelijker zijn levensstandaard kan behouden. Bovendien worden ze fiscaal aangemoedigd. De gelden die ervoor worden opzijgezet, geven recht op belastingverminderingen.

 

Kosten

Toch zijn er ook nadelen aan verbonden. Zo rekenen de banken en verzekeringsmaatschappijen kosten aan. Vaak gaat het om instapkosten, kosten van beheer en uitstapkosten.

Nemen we enkele voorbeelden. KBC rekent tot 5% instapkosten aan op elke storting in een VAPZ. Die worden gedeeld door de onderneming en de tussenpersoon (verkoper). Bij een (vervroegde) uitstap zijn er ook 5% uitstapkosten, al zakken die tijdens de laatste vijf jaar van het contract met 1% per jaar. Jaarlijkse beheerkosten rekent de maatschappij niet aan.

Bij AXA kunnen de instapkosten op een Pension Plan Pro VAPZ tot 6% oplopen. Daarnaast rekent de verzekeraar elke maand 1 euro aan beheerskosten aan.

AG Insurance kan zelfs tot 6,5% van elke bijdrage afromen als instapkosten. Daarnaast kunnen er afkoopkosten zijn indien de verzekerde zijn kapitaal voor de 60ste verjaardag opneemt. Voor het deel van de gelden dat belegd is in een tak21-spaarverzekering kunnen die oplopen tot 5%. In de laatste vijf jaar van het contract zakken ze met 1% per jaar.

Tip: Kijk hier welke maatschappijen de laagste kosten voor een VAPZ aanrekenen

Ook bij het klassieke pensioensparen en het langetermijnsparen is het belangrijk de kosten in het oog te houden. Zo rekent bijvoorbeeld ING 3% instapkosten aan voor stortingen in het Star Fund-pensioenspaarfonds. Daar bovenop komen jaarlijks nog eens 1,17% aan allerlei kosten, waarvan 0,90% beheerkosten en 0,10% kosten voor administratief beheer. De andere kosten gaan op aan de vergoeding voor de bewaarder en de betaling van de commissaris.

De regering zegt nu dat ze al deze kosten in kaart gaat brengen en desnoods ingrijpen, mocht dat nodig zijn.

Tip: Kijk hier welke maatschappijen de laagste kosten voor een pensioenspaarverzekering aanbieden

Tip: Kijk hier welke banken de laagste kosten voor een pensioenspaarfonds aanrekenen

Tip: Kijk hier welke maatschappijen de laagste kosten voor langetermijnsparen aanrekenen

 

Herfinancieringen

Daarnaast belooft ze ook in overleg te gaan met de betrokken sectoren om maatregelen te nemen die de kosten voor het verwerven van een onroerend goed beperken. Hetzelfde geldt voor de kosten die gepaard gaan met de herfinanciering van een woning. Die moeten in lijn komen met die in de buurlanden.

Nu staan hoge kosten vaak nog een herfinanciering van de woonlening in de weg. Zo mogen de banken een wederbeleggingsvergoeding vragen als klanten hun oude lening vervroegd aflossen met het geld van een nieuw goedkoper krediet. Door het geld vroeger terug te krijgen en het zelf te moeten herbeleggen tegen een lagere rente lopen ze inkomsten mis. Hun compensatievergoeding bedraagt drie maanden intrest.

Daarnaast moet bij een herfinanciering via een andere bank de hypothecaire waarborg in het voordeel van de oude bank worden geschrapt, de zogenaamde handlichting, en moet hij opnieuw worden ingeschreven in het voordeel van de nieuwe financiële instelling. Dit moet telkens via een akte bij de notaris gebeuren, wat stevige extra kosten met zich kan brengen.

Ten slotte zijn er nog een reeks diverse kosten zoals eventuele schattingskosten en dossierkosten voor de nieuwe lening. Sluit u ze af bij een nieuwe bank, dan mag die hiervoor tot 500 euro vragen. Herfinanciert u goedkoper bij uw eigen bank, dan bedraagt het plafond 250 euro.

De consumentenorganisatie Test-Aankoop wijst er al langer op dat een herfinanciering in het buitenland goedkoper kan.

Tip: Bereken hier welke kosten u concreet heeft bij de herfinanciering van uw lening

 

 

Lees ook:

Andere tips over IPT, pensioenspaarfondsen, pensioensparen, VAPZ en woonleningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.