, 23798

Wat u moet weten als u wil starten met pensioensparen

Wat u moet weten als u wil starten met pensioensparen

Denkt u eraan om dit jaar met pensioensparen te starten? Dan moet u meteen een aantal belangrijke keuzes maken. Wil u dit doen via een bank of via een verzekeringsmaatschappij? En met welke formule?

Meer dan drie miljoen Belgen doen aan pensioensparen. Zowat de helft via een pensioenspaarfonds bij een bank, de andere helft via een pensioenspaarverzekering bij een verzekeringsmaatschappij.

Ongeacht de keuze vertrekken beide vanuit hetzelfde principe: tussen uw 18de tot en met het jaar waarin u 64 wordt, mag u geld storten. Dat wordt dan door de bank of de verzekeringsmaatschappij belegd. In principe doen ze dat tot het moment dat u met pensioen gaat. Een vervroegde opname is mogelijk, maar niet aan te raden.

De overheid moedigt het pensioensparen ook aan. Een storting van hoogstens 990 euro geeft u zowel bij een pensioenspaarfonds (bank) als bij een pensioenspaarverzekering (verzekeringsmaatschappij) recht op een belastingvermindering van 30% van het gestorte bedrag. Stort u een bedrag tussen 990 euro en 1.270 euro, dan zakte het fiscale voordeel tot 25%. Wie 990 euro stort, moet 297 euro minder belastingen betalen. Wie 1.270 euro stort, moet 317,50 euro minder ophoesten.

 

Wat is het verschil tussen een pensioenspaarfonds en een pensioenspaarverzekering?

Wie via een bank aan pensioensparen doet, opteert automatisch voor een formule waarbij zijn stortingen in een beleggingsfonds worden belegd. Dat investeert de ontvangen bedragen op zijn beurt in onder meer aandelen en obligaties. De waarde ervan deint dan ook mee met de financiële markten. Bij gunstige beurzen groeit het kapitaal aan. Bij tegenzittende beurzen daalt het in waarde.

Vaak bieden banken meerdere pensioenspaarfondsen aan. Sommige investeren meer in aandelen dan andere. Daardoor is het ene fonds meer afhankelijk van de ontwikkeling van de beurs dan het andere. Op zich is dat niet zo erg. Wie aan pensioensparen doet, moet dat doen met geld dat hij tot aan zijn pensioenleeftijd kan missen en heeft dus de tijd om terugvallen van de beurs te overwinnen.

Tip: Hier vindt u de Belgische pensioenspaarfondsen en hun rendementen

Wie via een verzekeringsmaatschappij aan pensioensparen doet, kiest dan weer doorgaans voor een tak21-spaarverzekering. Dat is een formule met een gewaarborgde basisrente. Bovenop kan nog een winstdeelneming komen als de maatschappij de stortingen met extra winst kan beleggen en haar financiële resultaten dat toelaten. Anders gezegd: wat u op een bepaald moment gespaard hebt, gaat niet meer verloren. Ook niet als de beurzen dalen.

Daarnaast is het kapitaal op een tak21-pensioenspaarverzekering tot 100.000 euro gewaarborgd door de overheid in geval van een faillissement van de verzekeringsmaatschappij. De bescherming van 100.000 euro geldt wel voor al uw tak21-contracten samen bij die verzekeraar. Daardoor is het geschikt voor mensen die voor meer zekerheid kiezen.

Tip: Hier vindt u de pensioenspaarverzekeringen en hun rendementen

Toch kunt u bij een verzekeringsmaatschappij ook kiezen voor een beleggingsformule. In dat geval neemt u een tak23-beleggingsverzekering. Dat is het verzekeringsalternatief voor een bancair pensioenspaarfonds. In dat geval bent u wel weer afhankelijk van de ontwikkelingen op de beurzen.

Ten slotte bestaan er ook een zogenaamde tak44-verzekeringen. In dat geval combineert u een tak21-formule en een tak23-formule. Ze laat u toe om tijdens uw loopbaan over te stappen van de ene naar de andere aanpak.

 

Hoe wordt uw pensioensparen belast?

De opbrengst van uw pensioensparen hangt aan de eindmeet ook af van de belasting die u op dat moment moet betalen.

Start u voor uw 55ste met pensioensparen, dan wordt uw gespaarde bedrag belast op het moment dat u zestig wordt. U betaalt dan 8%.

Koos u voor een belegging in een pensioenspaarfonds bij een bank, dan wordt u belast op een fictief bedrag. De fiscus gaat er daarbij vanuit dat elke storting u 4,75% per jaar heeft opgebracht, ook al is dat in werkelijkheid anders. Haalt u effectief een hoger rendement, dan speelt dat in uw voordeel. Komt u niet aan 4,75%, dan is dat een serieuze tegenvaller. Voor stortingen van voor 1992 bedraagt de fictieve opbrengst waarmee de fiscus rekent zelfs 6,25%.

Opteerde u voor een tak21-spaarverzekering? Dan wordt de belasting berekend op het kapitaal en de gewaarborgde rente. De eventuele winstdeelnames zijn vrijgesteld.

Bij een tak23-beleggingsverzekering wordt de 8% berekend op de reserve, de waarde die de verzekering dan heeft.

Na uw zestigste verjaardag mag u blijven storten in uw pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering tot 31 december van het jaar waarin uw 64 wordt. De stortingen die u dan doet, geven nog recht op een belastingvermindering, maar worden niet meer belast.

Start u pas op uw 55ste of later, dan wordt de belasting pas afgehouden op de tiende verjaardag van het contract. U geniet dan niet van de belastingvrije opbrengst tussen uw 60ste en de opvraagdatum.

 

Hou ook rekening met de kosten

Zowel aan een fonds als aan een spaarverzekering zijn kosten verbonden. Beide rekenen instapkosten aan. Bij een pensioenspaarfonds ligt dat meestal rond 3%. Een pensioenspaarverzekering rekent hogere instapkosten aan. Bij de meeste verzekeraars bedragen ze 4% à 7%.

Een pensioenspaarfonds rekent jaarlijks nog wel een beheersvergoeding aan. Die varieert veelal van 0% tot 1,5%. 

 

Wil u overstappen?

U kunt op elk moment stoppen met het pensioensparen dat u nu doet en voor het vervolg kiezen voor een andere formule. Elk jaar kunt u echter maar de stortingen in één formule fiscaal aftrekken.

Het kapitaal dat u al met een formule heeft opgebouwd, kunt u daarentegen niet overdragen naar een andere formule. U kunt het wel laten staan.

Wat wel kan, is de overdracht van het ene pensioenspaarfonds van een bank naar een ander pensioenspaarfonds bij dezelfde of bij een andere instelling. Dat maakt het mogelijk om te kiezen voor een formule met minder aandelen en dus minder grote schommelingen als u dichter bij uw pensioenleeftijd komt.

 

Wanneer vraagt u uw pensioensparen op?

U kunt uw tegoeden in het pensioenspaarfonds laten staan tot het moment dat u opportuun vindt om het op te vragen. Dat is handig voor het geval u een beursherstel verwacht.

Bij een verzekeringscontract is dat niet het geval. Dat wordt uitbetaald op de einddatum ervan.

U kunt het pensioensparen ook vervroegd opvragen. Doet u dat voor uw zestigste verjaardag, dan wordt u belast tegen 33%, wat u beter vermijdt.

 

 

 

Lees ook:

Andere tips over pensioenspaarfondsen en pensioensparen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.