453, 21974

Zes manieren om uw wettelijk pensioen aan te vullen

Zes manieren om voor uw wettelijk pensioen aan te vullen

Wil u na uw pensioen uw levensstandaard behouden, dan zult u zelf een extra kapitaal moeten opbouwen. Daarmee kunt u dan later uw karige wettelijke pensioen aanvullen. Er bestaan heel wat mogelijkheden, die bovendien nog eens fiscaal worden aangemoedigd.

Hoeveel pensioen u later zal ontvangen, hangt af van heel wat factoren. Hoeveel jaren hebt u gewerkt? Was u ambtenaar, loontrekkende, zelfstandige of had u een gemengde loopbaan? En hoeveel hebt tijdens die actieve jaren verdiend? Gemiddeld bedraagt het wettelijk pensioen van een Belgische werknemer zowat 64% van zijn laatste inkomen. Het doorsnee pensioen van een Belgische loontrekkende komt neer op zo’n 1.100 euro bruto. Een zelfstandige raakt vaak zelfs niet verder dan 900 euro.

Voor velen zijn die bedragen te laag. Ze zullen die dus zelf moeten aanvullen. We zetten een aantal mogelijkheden op een rijtje.

  1. Groepsverzekering

Twee op de drie werknemers in de privésector genieten van een groepsverzekering, die als doel heeft om een extra pensioenkapitaal op te bouwen.

Zowel de werkgever als de werknemer kunnen bijdragen tot de groepsverzekering. Vaak betaalt de werkgever twee derde van de premie en de werknemers het overige derde, al zijn er ook andere regelingen mogelijk.

De premies zijn een percentage van het loon. Wie meer verdient, ziet daardoor een groter bedrag naar de groepsverzekering of het pensioenfonds vloeien en mag later op een groter pensioenkapitaal rekenen.

Let wel: niet alle groepsverzekeringen volgens dezelfde regels. Ze kunnen naast de pensioenvorming ook andere zaken bevatten zoals een overlijdensverzekering, een invaliditeitsdekking of een ziektekostenverzekering, eventueel ook voor gezinsleden van de werknemer. Hoe groter deze andere waarborgen, hoe minder er voor de pensioenvorming overblijft.

De bijdragen die voor de pensioenvorming worden gestort in een groepsverzekering moeten momenteel wettelijk minstens 1,75% opbrengen.

De persoonlijke bijdragen van de werknemers genieten van een belastingvermindering van 30% van de gestorte bedragen.

  1. Vrij aanvullend pensioen werknemer

Werknemers uit de privésector en contractuelen uit de publieke sector die geen of slechts een klein aanvullend pensioen opbouwen via hun werkgever kunnen een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) nemen. Hierbij vragen ze aan hun werkgever dat hij een deel van hun nettoloon inhoudt en doorstort naar een instelling die ze aanwijzen. Die kan het geld dan beleggen in een tak21-spaarverzekering, waarbij de spaarder een gegarandeerd minimumrendement geniet en bovenop jaarlijks nog een winstdeelneming kan krijgen als de financiële markten en de resultaten van de verzekeraar dat toelaten. Of ze kunnen kiezen voor een formule die gekoppeld is aan beleggingsfondsen met het doel een hogere opbrengst te halen, maar het risico dat het ook lelijk kan tegenvallen en er verlies wordt geboekt.

De werknemers kiezen zelf hoeveel ze willen afdragen voor hun VAPW. Er is wel een maximum van 3 procent van het brutoloon, met dien verstande dat er minstens 1.600 euro per jaar moet afgedragen kunnen worden, ook voor wie op jaarbasis minder verdient dan 53.333 euro.

De sommen die uiteindelijk worden doorgestort naar de instelling die het aanvullend pensioen zal beheren, geven de werknemer recht op een belastingvermindering van 30%. Wie 1.600 euro stort, moet dus 480 euro minder belastingen betalen.

  1. Pensioensparen

Wie minstens 18 jaar en niet ouder is dan 65 jaar kan jaarlijks tot 1.260 euro aan pensioensparen doen. Dat kan op twee manieren. Ofwel wordt het geld in een pensioenspaarverzekering belegd, ofwel in een pensioenspaarfonds geïnvesteerd. In het eerste geval heeft u recht op een gewaarborgde rente. Daar bovenop kan nog een winstdeelneming komen als de financiële markten en de resultaten van de verzekeraar dat toelaten. Uw inleg kan dus alleen maar aandikken. In het tweede geval wordt uw geld belegd in aandelen en obligaties en volgt uw tegoed de schommelingen van de beurzen. U kunt in dit geval meer winnen, maar ook verliezen.

Bedragen tot 980 euro die u aan pensioensparen spendeert, geven u recht op een belastingvermindering van 30%. Wie 980 euro spaart, moet dus 294 euro minder aan belastingen betalen. Wie een bedrag tussen 980 en 1.260 euro stort, krijgt nog een belastingvermindering van 25%. De hoogst mogelijke storting levert dus een belastingbesparing van 315 euro op.

  1. VAPZ

Zelfstandigen kunnen een bijkomend pensioen opbouwen via een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Ze kunnen hieraan maximaal 8,17% van hun beroepsinkomsten van drie jaar geleden besteden, met een absoluut maximum van 3.256,87 euro. Wie kiest voor een sociaal VAPZ, waarbij ook uitkeringen voorzien zijn bij arbeidsongeschiktheid, kan dat verhogen tot 9,40%, met een maximum van 3.747,19 euro.

De opbouw van een VAPZ verloopt via een tak21-spaarverzekering. Die geeft u recht op een gewaarborgde rente. Daar bovenop kan nog een winstdeelneming komen als de financiële markten en de resultaten van de verzekeraar dat toelaten.

De stortingen voor een VAPZ kunnen worden afgetrokken van het inkomen en geven dus een belastingbesparing tegen het hoogste tarief waarin het inkomen valt. Door de aftrek verlaagt bovendien ook de basis waarop uw sociale lasten worden berekend.

  1. Langetermijnsparen

Nog een andere mogelijkheid om met een steuntje van de fiscus een extra pensioenkapitaal op te bouwen, is het langetermijnsparen. Ook dit gebeurt via een tak21-spaarverzekering.

U kunt dit jaar voor 2.350 euro aan langetermijnsparen doen. De stortingen leveren een belastingvermindering van 30% op. Wie het maximumbedrag spaart, moet dus 705 euro minder aan belastingen betalen.

  1. Vrij sparen

Niets belet u uiteraard om zelf extra te sparen of te investeren in vastgoed dat u verhuurt. Maar voor deze inspanningen ontvangt u geen fiscale ondersteuning.

 

Andere tips over langetermijnsparen, pensioenspaarfondsen en pensioensparen